8 redenen waarom de wifi niet goed werkt
Belabberde downloadsnelheden, filmpjes die om de haverklap bufferen, afbeeldingen die niet willen laden: een slechte wifi-verbinding kan je heel wat grijze haren bezorgen. Werk je frustratie niet meteen uit op je omgeving, maar overloop even deze huishoudelijke tips om meer uit jouw internet te halen.
1. Foute plek
Brengt de traditionele off/on-truc geen soelaas bij een zwakke verbinding, dan is het tijd om je wat meer te verdiepen in je router. Je hoeft deze niet meteen te verdenken van een defect of slechte prestaties. Het kan ook gewoon zijn dat je er de verkeerde plaats voor hebt uitgekozen. Dat heeft niets met aardstralen of Feng shui te maken, maar alles met de radiogolven van je toestel.
Metaal, glas, baksteen; verschillende materialen reflecteren of verzwakken het wifisignaal. Als vuistregel houd je een router liever zo ver als mogelijk van muren en vloeren. Ook andere apparaten die de golven in de war kunnen brengen, zoals microgolfovens, draadloze telefoons of babyfoons, staan best niet te dicht bij het toestel.
Er zijn programma’s te downloaden waarmee je een heatmap kan maken van de sterkte van de wifisignalen in je omgeving, om zo zeer berekend de juiste plek uit te kiezen voor je router. HeatMapper voor Windows of NetSpot voor Mac zijn enkele bekende en gratis tools.
2. Parasieten
Heeft je wifinetwerk geen wachtwoord? Dan kan het zijn dat je met parasieten zit: buren die zonder dat je het weet, meesnoepen van jouw internet. Sowieso is het een goed idee om je wifi te beveiligen met een wachtwoord, met of zonder zwartrijdende buurtbewoners. Hiervoor moet je in de settings van je router geraken. Dat gaat via je browser – tik het IP-adres van je router in bij het URL-veld.
Het IP-adres achterhaal je dan weer door het netwerkcentrum te openen, op je verbinding te klikken en in dat venster naar “details” te gaan. Bij de standaardgateway vind je het adres terug. Krijg je in de instellingen de optie om de versleuteling te kiezen, ga dan voor WPA2 en AES, de meest veilige vorm. Tot slot: “wachtwoord” als je nieuwe wachtwoord gebruiken, is een beetje zonde van alle moeite. Ga voor een minder gemakkelijk te raden combinatie.
3. Antenneperikelen
Verzeker je er tijdens je zoektocht naar betere wifi ook van dat je antennes optimaal opgesteld staan. Dat betekent dat ze verticaal gericht zijn, niet horizontaal. Er bestaan bovendien enkele goedkope huis-tuin-en-keukenmiddeltjes om die zenders te versterken.
Zo kan je met wat techniek en geknutsel aluminiumfolie in een parabool buigen en achter je antenne plaatsen, maar de leukste truc is die met het bierblikje. Snij de onderkant van het blik weg met een stanleymes of ander veilig instrument. Aan de bovenkant maak je ook een inkeping, maar die zijde moet nog aan het middenstuk blijven hangen, zodat je de antenne door het lipje kan steken. De finale stap is om het middenste deel ongeveer zoals een echte schotelantenne om te buigen.
4. Burn-out
Ook routers hebben af en toe een time-out nodig. Je toestel geregeld rebooten is geen verkeerde zaak. Opgelet: een reboot is iets anders dan een reset. Bij een reboot haal je de stekker van je router uit het stopcontact, en wacht je een dertigtal seconden om hem daarna er terug weer in te steken. Soms is dit genoeg om een beter signaal te produceren.
5. Versleten software
Controleer de firmware waarop je router draait en ga na of deze niet verouderd is. De informatie over je firmware vind je opnieuw terug in de instellingen van het toestel. Op de website van de routerproducent kan je checken welke de laatste nieuwe versie is en in 99 procent van de gevallen deze ook gratis downloaden. Doe dezelfde check-up voor de driver van je wifi-adapter, die intern in je computer of laptop zit. Open het configuratiescherm en ga naar apparaatbeheer om die gegevens te achterhalen.
6. File
Ook de wereld van de radiogolven heeft last van files, zeker nu we steeds meer slimme toestellen in huis hebben. Laat je wifisignalen minder bevolkte routes opzoeken. De Wifi Analyzer app voor Android biedt een heel gemakkelijke tool aan om wifikanalen te bekijken en de beste uit te kiezen.
Start de applicatie, tik op het oogsymbool en ga naar de “kanaal beoordeling”-lijst. Hoe meer sterretjes achter een kanaal, hoe beter je verbinding zal zijn als je ernaar switcht. Voor die omschakeling moet je wel weer in de instellingen van je router duiken. Geen Androidtelefoon bij de hand? Een programma als NirSoft WifiInfoView helpt je op weg op een Windows computer.
Naast het kanaal heb je ook nog de frequentie waarop je wifigolven zitten. Er is de traditionele 2,4 GHz frequentie, en de nieuwere van 5 GHz. Parkeer je router als het mogelijk is op de 5 GHz frequentie.
7. Je provider (+ je computer)
Nog altijd geen extra streepje(s) op je scherm, ondanks alles? Dan kan je je al eens gaan afvragen of het niet aan dat internet zelf ligt, en meer bepaald je provider. Met een simpele onlinetest zoals www.speedtest.net, lees je in een minuut af hoeveel je down- en uploadsnelheid bedraagt, om dat zo te vergelijken met wat je eigenlijk zou moeten krijgen met jouw telecomabonnement.
Is er aanduidbaar verschil, informeer dan bij je provider naar mogelijke oorzaken. Een andere verdachte die je ook zou moeten afstrepen van je lijst, is de computer zelf. Komt de zwakke internetverbinding maar op één toestel voor, dan is er grote kans dat het eerder aan de computer ligt dan je wifi.
8. Je router
Helpen de bovenstaande tips geen zier, dan is het waarschijnlijk tijd om de router zelf aan te pakken. Ook routertechnologie blijft niet stilstaan. Een router van vijf jaar oud biedt niet dezelfde prestaties als eentje die je nieuw koopt. Het belangrijkste hier is het wifiprotocol dat het toestel ondersteunt: 802.11ac is de meest geavanceerde versie, 802.11n of g degene die je in de praktijk het vaakst zal tegenkomen. Heeft je router een ander lettertje achteraan, dan is deze als verouderd te klasseren, en is vervanging op zijn plaats.