Pixelpipe

Bijna iedereen is tegenwoordig lid van een of andere webdienst waar je tekst, foto’s of video’s kunt delen met anderen. We testen Pixelpipe, waarmee je tegelijk op Twitter, Facebook, Picasa, Google Talk en tientallen andere diensten kunt publiceren.
Pixelpipe vergelijkt zichzelf met een buizenstelsel, waarbij het beginpunt telkens je computer of telefoon is en het eindpunt een wisselende samenstelling van sociale netwerken, fotodiensten of blogservices. De ondersteuning voor dit publicatiemiddel is groot: naast Facebook, Twitter, LinkedIn vinden we onder meer Hyves, Picasa, Flickr en YouTube.
Jezelf registreren
Het opzetten van een Pixelpipe-account kan op drie manieren: via je aanmeldgegevens van Facebook of Twitter, of door een eigen Pixelpipe-log-in te maken. We kiezen in eerste instantie om in te loggen met Twitter, maar merken al snel dat dit een slechte keuze is: wil je foto’s of video’s uploaden via Pixelpipes mobiele applicaties, dan volstaat alleen een geregistreerd Pixelpipe-account.
Zodra je bent aangemeld, kun je beginnen met het aanleggen van ‘pijpen’, wat neerkomt op het doorgeven van je inloggegevens van de diensten waarop je vaker publiceert. We zijn huiverig om een nog onbekende onlinedienst de toegang te geven tot één gevoelig account, maar bij Pixelpipe kun je dozijnen diensten aankoppelen.
De geringe beveiliging bevalt ons niet. Er wordt ons niet aangeraden een sterk wachtwoord aan te maken en we zien dat zelfs SSL-encryptie (https) ontbreekt.
Publiceren is een eitje
Na de configuratie is het publiceren op je computer via Pixelpipe eigenlijk een fluitje van een cent. Je selecteert een of meerdere foto’s of video’s, voegt een begeleidend tekstje toe en kiest de pijpen uit waarop je wilt publiceren. Het is overigens ook mogelijk om ‘routing tags’ toe te voegen. Dat zijn commando’s die bepalen welke pijpen je media zullen doorlaten, terwijl de rest gesloten blijft. Dat komt van pas bij het publiceren vanaf een telefoon of tablet.
Vanaf de desktop gaat het uploaden vlekkeloos, maar het resultaat is niet altijd even bevredigend. Bij het plaatsen van een foto op Facebook begraaft Pixelpipe onze foto ergens in een onderliggende map. Bij Picasa is het resultaat stukken beter, maar omdat de instellingsmogelijkheden voor je toegevoegde pijpen zo klein is, ben je nogal afhankelijk van de grillen van de afzonderlijke onlinediensten.
Pixelpipe heeft een van de grootste collecties mobiele applicaties in huis die we ooit zagen. Naast Palm Pre, Nokia, iPhone en Android is er bijvoorbeeld ook een plug-in voor Google Talk. We testen Pixelpipe met een Nokia N8 en een HTC Incredible S en merken dat er nog veel schort aan het uploadproces.
De integratie van de applicaties is goed: telkens als we een foto of videoclip schieten, biedt Pixelpipe zich meteen aan, zodat we kunnen publiceren. Bij de (bèta) Nokia-applicatie komen onze Twitterberichten echter nooit aan en geeft de app maar een fractie van ons buizenstelsel weer. De Android-app is een stuk volwassener, maar hier lopen we tegen vreemde foutmeldingen aan na het publiceren.
Het idee achter Pixelpipe is uitstekend, maar de geringe instelmogelijkheden en wisselende kwaliteit van de mobiele apps vergallen het plezier. Daarnaast maken we ons ernstige zorgen over de lichtzinnige beveiliging. Wie je Pixelpipe-gegevens te pakken krijgt, kan je het leven flink zuur maken. Tot Pixelpipe zijn zaakjes op orde heeft, nemen we liever geen risico.
Pixelpipe
Prijs: gratis (mei 2011)
PRO: mobiele apps voor iedereen; snel en eenvoudig publiceren; ruime ondersteuning onlinediensten.
CONTRA: weinig controle over exacte plaatsing publicaties; wisselende kwaliteit mobiele apps; beveiliging te lichtzinnig.














