Achtergrond

Kan een smartphone je compactcamera al vervangen?

Vergelijk de fotokwaliteit van een smartphone nu met die van vijf jaar geleden, en het verschil is immens. Bij compactcamera's is dat niet het geval.

De smartphone heeft één heel belangrijke troef, die geen enkel ander toestel heeft: we hebben hem steeds op zak. Overal waar we naartoe gaan, hebben we er eentje bij. Het blijft tenslotte je mobiele telefoon, en je moet bereikbaar blijven. Dan komt de automatische reflex dat je er ook overal foto’s mee kan nemen. Vroeger lachten anderen wel eens wanneer je met een smartphone foto’s trok, omdat je wist dat die kwaliteit allesbehalve is. Nu is het meest populaire fototoestel op Flickr, met voorsprong, een iPhone in plaats van een camera.

Megapixelrace

Het aantal megapixels blijft voor veel gebruikers belangrijk. Op vlak van compactcamera’s is de ontwikkeling daar de afgelopen jaren wat in gestokt. Het aantal wordt stelselmatig nog met beetjes opgekrikt tot 20 megapixel op dit moment, maar je merkt dat de jaarlijkse vooruitgang steeds kleiner wordt. Bij smartphones? Daar kondigde Sony met de Xperia Z1 een flinterdun toestel met een 20 megapixelcamera aan, terwijl Nokia met de Lumia 1020 de kaap van 41 megapixels haalt. Op vlak van megapixels hoeven de smartphones helemaal niet meer onder te doen, en toch is er soms nog een grondig verschil in fotokwaliteit met compactcamera’s. Dat heeft allemaal te maken met de beeldsensor en hoeveel licht die kan ontvangen.

[related_article id=”160734″]

Hoe groter de beeldsensor, hoe meer licht kan worden opgevangen. Net daar wringt het schoentje met nagenoeg alle smartphonecamera’s. In zulke kleine behuizingen met bijhorende kleine lenzen kan de kleine beeldsensor nooit veel licht absorberen, waardoor bij ietwat slechte lichtomstandigheden de beeldkwaliteit dramatisch daalt en beeldruis opkomt.

 Beeldsensors van klein naar groot: smartphonecamera, compactcamera, Nokia Lumia 1020, Four-Thirds, APS-C.

Daarbij komt ook nog eens dat de hoeveelheid megapixels ook nefast is voor de beeldsensor. Hoe meer megapixels, hoe minder licht er per pixeltje kan worden gedetecteerd, hoe slechter de prestaties in slechte lichtomstandigheden. De fabrikanten zijn zich bewust van dat specifieke probleem, waardoor bijvoorbeeld HTC en Nokia al wat hebben geëxperimenteerd. 

Ultrapixels, sensors

HTC kiest nog steeds voor de klassieke kleine beeldsensor met de recente HTC One-reeks, maar krikt het aantal megapixels naar beneden om hierdoor per pixel meer licht binnen te krijgen. Natuurlijk staat het niet mooi om in de specificatielijst weinig megapixels te noteren, dus noemt HTC het een ‘Ultrapixelcamera’. Het resultaat is eerder dubbel. Omdat je het aantal megapixels naar beneden haalt, heeft je foto een lagere beeldresolutie en kan er minder detail worden opgenomen. Daar staat tegenover dat slechte lichtomstandigheden een minder sterke invloed hebben, ook al hangt het er hier ook weer vanaf hoeveel licht de lens kan doorlaten.

Nokia heeft een totaal andere weg gekozen dan HTC en kiest net voor meer megapixels, 41 namelijk, en een grotere beeldsensor. Die keuze heeft als nadeel dat je smartphone niet heel dun kan worden gemaakt. Een grotere beeldsensor en bijhorende lichtsterke lens heeft plaats nodig, waardoor je een zogenaamde ‘bochel’ op de achterkant van je telefoon hebt. Een kleine prijs om te betalen voor betere foto’s, maar uiterlijke kenmerken is ieders smaak.

Inzoomen

Wanneer je een compactcamera inschakelt, schuift er meestal automatisch een lens uit. Dankzij die lens kan je optisch inzoomen, zonder dat je foto aan kwaliteit moet inboeten. Hoe verder je zoomt, hoe beter de beeldstabilisatie moet zijn. Een smartphone heeft niet die luxe om wat dikker te zijn, met als gevolg dat de lens volledig vast in de behuizing zit. De enige manier waarop smartphones kunnen inzoomen, is dankzij een zogenaamde ‘digitale zoom’. Het klinkt mooi, maar in feite zoomt de camera op de foto zelf, met het daar bijhorende kwaliteitsverlies tot gevolg. Het is in principe hetzelfde als op je computer een foto inzoomen, en zo bekijken. Het is zelfs geen noodoplossing, want of je nu digitaal inzoomt of niet, je kan op de foto zelf achteraf inzoomen voor hetzelfde resultaat. Zie het vooral als een psychologische functie, om de consument het idee te geven dat ze kunnen inzoomen. In de praktijk gebruik je deze functie best nooit.

 Een compactcamera kan, in tegenstelling tot een smartphone, wel zonder kwaliteitsverlies inzoomen.

Daarnaast is er nog de flits die de smartphone parten speelt. Nagenoeg elke smartphone heeft een klassieke led aan boord die moet flitsen, maar het resultaat is nooit zo goed of krachtig als een standaard Xenon-flitser die op alle andere fototoestellen zit. Een Xenon-flitser heeft meer plaats nodig in de behuizing, terwijl een led compact kan worden gemonteerd. Bovendien heeft led een hogere kleurtemperatuur dan Xenon, waardoor de foto koeler oogt. Apple probeert dit te compenseren door twee leds te combineren met verschillende kleurtemperaturen, met als belangrijkste bedoeling om de moeilijke huidskleur accuraat te flitsen. Het resultaat is beter dan één led, maar zeker nog niet optimaal. Een smartphone met een uitstekende camera herken je daarom meestal aan de Xenon-flitser, in combinatie met een led om scherp te stellen in het donker. En uiteraard ook om als zaklamp te gebruiken, want dat is niet mogelijk met een Xenon-flitser.

Trillende handen

Een compactcamera gooit best wat gewicht in de schaal en is groter van vorm, waardoor je handig met je vingers rondom het toestel kan grijpen. Dat is niet bepaald het geval met een smartphone, waar je op geen enkel ogenblik comfortabel foto’s kan trekken. Bovendien komt daarbij ook nog eens dat ze uiterst licht wegen. Een slechte grip en weinig gewicht: het perfecte scenario om wazige foto’s te nemen. Elke minimale beweging zorgt ervoor dat je kans maakt op een bewogen foto. Bovendien worden smartphones tegenwoordig steeds groter, wat de houding nog erger maakt.

Het vergt oefening om een smartphone helemaal stil te houden. Soms kan een ‘echte’ fotoknop je uit de nood helpen, maar reken erop dat je best een aantal foto’s neemt om zeker te zijn dat ze goed gelukt zijn. Gelukkig voeren steeds meer fabrikanten optische beeldstabilisatie in hun smartphones. Compactcamera’s hebben dat al veel langer aan boord. Dankzij die stabilisatie gooit niet elke beweging of trilling van je hand roet in het eten. Bovendien heeft het een extra troef wanneer je begint te filmen, omdat daar de stabilisatie continu je trillingen probeert te corrigeren. LG en Nokia zijn de voortrekkers hierin, de rest moet er dringend werk van maken.

 De Nokia Lumia 1020 heeft een speciale houder, zodat hij meer als een compactcamera in je handen aanvoelt.

Waar smartphones terecht trots op mogen zijn, is hun dikwijls grote hoge resolutieschermen. Op bijvoorbeeld een vijf inch Full HD-scherm zie je een stuk meer detail dan het klassieke ‘kleine’ scherm van een compactcamera. Dit helpt vooral om snel in te schatten of die foto nu scherp is of niet. Je kan met enkele tikken op het scherm scherpstellen en een hoop functies in- of uitschakelen. Veel Androidtoestellen hebben zelfs een ontgrendeltoets waarmee je automatisch de camera opent. Ideaal om snel die éne foto te nemen voordat het moment voorbij is.

Sociale netwerken

Wat is voornamelijk je bedoeling van een foto? Je wilt hem met iemand delen. Dat kan via de klassieke manier door het af te drukken in een fotoboek, maar tegenwoordig delen veel mensen hun foto’s online op diensten als Flickr, Google+, Twitter of Facebook. Met de meeste fototoestellen heb je daar extra werk: foto’s op je computer laden, eventueel nog verkleinen, de bijhorende online dienst openen en beginnen met uploaden. Toegegeven, sommige camera’s hebben tegenwoordig een wifi-functie, maar snel uploaden naar je favoriete online dienst lukt zelden.

Smartphones daarentegen kunnen daar heel snel op inspelen. Van zodra je een foto hebt genomen, kan je kiezen uit wel tientallen diensten om je foto te delen. Op enkele seconden staat je foto op het internet, zeker wanneer je gebruik maakt van mobiel internet. Bovendien kan je ook gemakkelijk foto’s mailen naar iemand door met één klik alles klaar te zetten. Je foto’s delen gaat veel eenvoudiger met een smartphone, maar we merken dat hier de fabrikanten van compactcamera’s aan een inhaalslag bezig zijn. Dit resulteert in de zogenaamde camerahybrides die op Android werken. Je kunt er een simkaart insteken met een mobiel internetabonnement, en je hebt plots alle mogelijkheden van je smartphone met de combinatie van een prima (spiegelreflex)camera. Het is een pad dat meerdere fabrikanten proberen te bewandelen om mee te profiteren van de aan populariteit winnende smartphone.

Apps, apps, apps

Een mooie foto nemen is één, maar wat doe je ermee wanneer die getrokken is? Fotobewerking op de computer via Lightroom of Photoshop kent zeker niet iedereen, dus kiezen ze eerder voor de camera die automatisch alles goed instelt. Smartphones hebben de luxe dat naast de standaard camera-app nog eens honderden andere camera-apps beschikbaar zijn die de functionaliteit van de standaard app dikwijls overstijgen. Of wat dacht je van apps die ter plaatse een bepaalde kleurenfilter of effect toevoegen? Wat meer contrast of wat meer kleur heb je op één twee drie toegevoegd. Daarom ook het succes van Instagram, dat van de toevoeging van effecten kinderspel maakt.

Zelfs de professionele fotograaf komt aan zijn trekken met het groeiend aantal professionele apps voor fotobewerking. Bovendien zijn het helemaal geen dure pakketten van meer dan 100 euro, maar eerder met een maximumplafond van vijf tot tien euro. Onderweg foto’s op je smartphone nemen, uploaden naar Dropbox of Skydrive, bewerken met je tablet, alles gaat veel sneller wanneer je begint met de camera van je smartphone.

achtergrondcompactcamerafotofotografieontspanningpcmagazinesmartphone

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken