Een kijkje door de glazen bol van Dell
“Als meer dan 70 procent van onze onderzoeksideeën de markt haalt zijn we niet goed bezig.” Jai Menon van Dell heeft een erg concrete visie over de manier waarop zijn researchdepartement te werk moet gaan. “Als alle producten en diensten die we bedenken daadwerkelijk iets worden, dan is dat een signaal dat we niet genoeg risico durven nemen”, verklaart Menon zich nader.
Op de Dell Innovation Days in Kopenhagen doet de man zijn visie voor de komende tien jaar uit de doeken. Een visie die de aandacht waard is, want ze verklapt waar het R&D-departement van Dell dezer dagen zijn schouders onder zet. Menon doet een aantal belangrijke voorspellingen en licht ze verder toe.
Software, niet hardware
Vandaag zijn datacenters plaatsen met complexe hardware: van routers en servers over hardware firewalls en storage arrays, we binden er heel wat materiaal terug. “Tegen 2020 staan er alleen nog maar servers”, voorspelt Menon. Het datacenter van de toekost noemt hij Software-Based. Dell zet er geld op in dat serverhardware in de toekomst redelijk standaard wordt: de cure custom hardware zal dus verdwijnen.
Menon: “specialisatie door software zal specialisatie door hardware vervangen”. Dat kan, denkt hij, omdat de servers van de toekomst ver voorbij de voorspellingen van de wet van Moore zullen presteren. “Moore had het puur over de chipspecificaties”, vindt Menon. Dat het in dat domein moeilijk wordt om het verschroeiende tempo van vernieuwing te handhaven geeft hij toe, maar de man wijst er op dat bandbreedte en geheugen de wet niet volgen. Naar schatting zullen servers binnen vijf jaar over het geheel gezien 15 tot 20 keer krachtiger zijn dan de exemplaren van vandaag, wat die specialisatie door software mogelijk maakt.
De voordelen zijn niet te overzien: gestandaardiseerde hardware is niet alleen goedkoper dan op maat gemaakte toepassingen, maar op termijn ook beter. Doordat er meer identieke server-oplossingen op de markt zijn, die enkel in software verschillen, vergroot de betrouwbaarheid van de toestellen.
De harde schijf als tape
Dat opslag de wet van Moore niet volgt, heeft volgens Menon belangrijke consequenties. “Flash wordt de nieuwe harde schijf, terwijl harde schijven de nieuwe tape worden”, illustreert hij. Als we ter illustratie er van uit gaan dat het één seconde duurt om data uit DRAM op te halen, dan duurt het een minuut om gegevens van een SSD te plukken. Voor een harde schijf duurt het een week en met tape heb je bijna een eeuw nodig.
Menon denkt dat SSD’s binnen twee jaar volwassen genoeg zijn om de plaats van supersnelle HDD’s (die draaien aan 15.000 rpm) over te nemen. Terwijl ziet hij een kostendaling in de HDD’s, die tegen dan de prijs van tape zullen hebben. “Er komt een verschuiving in de hiërarchie: Flash neemt de plaats in van de HDD, terwijl de HDD tape zal vervangen als archiveringsmedium.”
Menon denkt dat de realiteit zelfs nog een stapje verder zal gaan: “nieuwe soorten niet-vluchtig geheugen, sneller dan Flash, zal de plaats van DRAM innemen. Dergelijk geheugen maakt klassieke opslag deels overbodig en zal een grondige wijziging te weeg brengen in de manier waarop we over servers en computers nadenken.”
Menon en Dell zijn niet alleen in die visie. Niet zo lang geleden gaf HP nog eens een update over de staat van The Machine: een nieuw soort computer met geheugen als basis, ipv de processor.
Naadloos
Vanaf volgend jaar voorspelt Dell ook kleinere wijzigingen, deels in de mentaliteit. Vooral in het veld van BYOD gaat er het één en ander veranderen, als we de researchers mogen geloven. Voorlopig ligt de focus voor het meebrengen van een eigen toestel op de veiligheid, maar vanafo volgend jaar zal ook gebruiksgemak prioritair worden. Dell zet daar heel concreet op in met het Seamless Mobility Concept.
Menon: “Soms is je mobiele ontvangst goed, soms heeft een andere provider een betere dekking en soms verkies je wifi-ontvangst. Met Seamless mobility blijf je naadloos verbonden ongeacht het netwerk waar je op zit, ook wanneer je verbinding van de ene methode naar de andere verspringt. Jai Menon wil dat bewerkstellingen met een gateway waarachter de bedrijfsinfrastructuur schuil gaat. Een applicatie verbindt via de gateway met het achterliggende netwerk, waarna dat toestel de verbinding managed en tot stand houdt, ook wanneer de gebruiker van bijvoorbeeld mobiel naar wifi verandert.
Emotionele computer
De spectaculairste voorspelling van Menon kwam er in de vorm van computers die onze emoties lezen. “Tegen 2018 zullen onze toestellen meer begrijpen over onze bedoelingen”, denkt hij. Ook hier werkt Dell aan een eigen project, dat als illustratie kan tellen. Menon en zijn onderzoekers ontwikkelen een systeem waarbij computers emoties kunnen herkennen in realtime, niet alleen van individuen maar van een hele groep.
Het project, dat nog volop in ontwikkeling is, maakte al een intrede tijdens TEDxAmsterdam vorig jaar. Met behulp van gezichtsherkenningssoftware en camera’s sloeg Dell er in de emoties van een deel van het publiek te kwantificeren: lachen de mensen? Of geeuwen ze en zien ze er verveeld uit? Of misschien zijn het alléén de mannen die lachen na een grapje, terwijl de vrouwen geërgerd raken?
Het systeem kan sprekers helpen met het bespelen van hun publiek, maar heeft nog verdere voordelen. Menon: “Stel dat je tijdens het gamen er verveeld en kwaad uit ziet, dan kan het spel de moeilijkheidsgraad aanpassen. Ziet je laptop dat je hard aan het werk bent, dan kan die inkomende meldingen even onderdrukken om je niet te storen. Zelfs wanneer een werknemer aan een lopende band het moeilijk krijgt zou een dergelijk systeem actie kunnen ondernemen. Of denk maar aan een wagen die lawaai maakt of tot stilstand komt wanneer je in slaap valt of het bewustzijn verliest.
Toekomstvoorspeller
Dell voorspelt de toekomst op de Innovation Days, maar tegen 2020 hoopt het dat die taak in handen van de computer zal zijn. Prescriptive analytics noemt Menon het. “Vandaag maken we gebruik van Descriptive analytics”, verklaart hij. We beschrijven big data data op duidelijke manieren om er zo wijzer uit te worden. De volgende stap is predictive analytics waarin systemen zelf voorspellingen maken, maar wij gaat voor prescriptive analytics. In dat laatste geval maakt een systeem niet gewoon voorspellingen, maar geeft het ook raad. Het is het verschil tussen “in de toekomst kan er dat en dat gebeuren”, en “omdat in de toekomst te bewerkstelligen moet je de komende dagen dat doen.”
Als je vindt dat dat griezelig dicht bij artificiële intelligentie aanleunt, dan ben je niet alleen. Menons voorbeeld, een computersysteem dat medicatie kan voorschrijven en behandelingen kan kiezen rekening houdend met een heleboel relevante factoren, kan op veel tegenkanting rekenen van de toehoorders die zoiets niet zien zitten. “Een slecht gekozen voorbeeld”, geeft de man even later zelf toe.
Slimme beveiliging
Tot slot willen Menon en Dell beveiliging enkele IQ-punten bij geven. “Vandaag passen we onze beveiligingssystemen aan wanneer er iets mis loop. Het zou beter zijn om systemen mee aan te passen van zodra er ergens anders iets mis loopt, of zelfs vroeger.”
[related_article id=”160903″]Menon wil computerbeveiliging die aanvallen kan voorspellen, en zowel preventief als op het moment zelf kan reageren. Zo zou een intern beveiligingssysteem werknemers die risicogedrag vertonen kunnen detecteren, zodat ze opzij worden geroepen voor een interessant gesprek.
Ook op de smartphone moet beveiliging beter. “We gebruiken onze telefoon allemaal op een iets andere manier”, klinkt het. “De wijze waarop we klikken en swipen is uniek.” Dell werkt aan een systeem dat dat feit uitbuit. “Zo hoef je de smartphone niet meer altijd te vergrendelen. De beveiliging zal ontdekken wanneer er iemand niet-geautoriseerd het toestel bedient, en zichzelf uitschakelen.” De Amerikaanse overheid staat volgens Dell alvast te popelen om het systeem uit te proberen.
Het waarom
Dat hoeft niet te verwonderen. In Kopenhagen benadrukt iedereen dat Dell niet innoveert om te innoveren, maar om concrete problemen op te lossen. Het bedrijf gaat er prat op dicht bij de klant te staan, en daarom aan oplossingen te werken voor hun problemen. Mooie woorden, die zich op z’n minst vertalen naar een interessante visie voor de toekomst.