Waarom we nog niet klaar zijn voor artificiële intelligentie
Slimmer
Ann Nowé is professor aan de Vrije Universiteit Brussel. Op de conferentie heeft ze het over de technologie achter AI, maar ook de praktische toepassingen van het fenomeen. De artificiële intelligentie die we nu gebruiken, is volgens haar nog niet écht slim. “We moeten als gebruiker nog te veel intitiatief nemen. We moeten immers specifiëren wat we willen, welke soort informatie we willen en op welk niveau we willen geholpen worden. Eigenlijk wil ik iets dat – als ik mij bijvoorbeeld overslaap – mij spontaan vertelt dat ik me moet haasten om mijn trein te halen, of ik het rustig aan kan doen, omdat ik hem al gemist heb.”
Het dilemma van de autonome wagen
Zit een dergelijke toepassing eraan te komen? “Ja, ik denk het wel. Maar we hebben nog veel werk voor de boeg. We kunnen op dit moment nog niet alle sensor-input analyseren en intelligente machines kunnen bijvoorbeeld nog niet accuraat onze expressie en lichaamstaal interpreteren om te ontdekken naar welke informatie we op zoek zijn. Ze kunnen veel, maar nemen nog te weinig ‘de mens’ mee in hun processen.”
Een horde in de race van artificiële intelligentie schuilt volgens professor Nowé, en vele anderen, in het juridische raamwerk. Het is meer dan ooit belangrijk om interdisciplinair te werken, vertelt ze, aangezien er nog veel onduidelijkheid heerst over het statuut van een intelligent systeem. “Als je systemen autonoom maakt, wie is dan de verantwoordelijke bij incidenten? Stel nu dat een autonome wagen de keuze heeft om oftewel tegen een fietser te botsen, oftewel tegen een andere auto: wie draagt dan de verantwoordelijkheid voor die keuze? De wagenfabrikant of de chauffeur?”
Eeuwige sceptimist
Daar breken ook Menno Van Doorn, Director van VINT, en Michiel Boreel, CTO bij Sogeti Group, geregeld het hoofd over. In de slotpresentatie op de Sogeti Conference 2016 hebben zij het over het leven in een tijdperk waarin machines steeds slimmer worden. De revolutie is onvermijdelijk, menen ze, en we hebben de plicht om de gevolgen te overwegen. Hoe optimistisch zijn zij over de toekomst?
“Ik ben sceptimistisch,” begint Boreel. “Optimistisch, maar ook sceptisch. Ik denk dat technologie er is om het leven aangenamer te maken, maar geloof niet alles wat ik hoor, en zie ook wel de uitdagingen. Wat bijvoorbeeld met privacy? Wordt de kennis die intelligente machines verzamelen ten voordele of ten nadele van mij gebruikt?”
Rechten voor de robot
Ze kennen beiden het vraagstuk van de autonome wagen, en stellen een derde verantwoordelijke voor: het systeem zelf.
“Een juridische identiteit voor machines klinkt als sciencefiction, maar jaren geleden werd ook de juridische identiteit van een bedrijf als onmogelijk geacht,” verklaart Boreel. “Naast de menselijke identiteit vormde zich nu ook een ander statuut. Toen een absurd idee, maar nu zitten we met iets vergelijkbaars. Een auto krijgt misschien in de toekomst een eigen juridische identiteit, met een eigen aansprakelijkheid.”
Bovendien, werpt hij op, met een juridische identiteit wint een systeem rechten. Mag je in zulke situatie, wanneer het gaat om een autonoom, intelligent systeem, nog zomaar de stekker eruit trekken? Dat wordt beaamd door Van Doorn: “Het lijkt veraf, maar we zitten al in die situatie. In een vliegtuig bijvoorbeeld, mag de automatische piloot onder geen beding worden uitgeschakeld. Het is mogelijk dat de medische sector binnen tien jaar beschikt over systemen die meeluisteren bij diagnoses, waarbij de arts niet mag beslissen om de machine uit te zetten. Het gaat geleidelijk, maar we zijn op weg.” Wanneer de kentering plaatsvindt, kunnen ze niet zeggen. “Ik weet niet wanneer, maar dat slimme machines rechten krijgen, staat vast.”
Pannenkoekdraaiers
En dan is er nog het sociale aspect. Sinds de origine van artificiële intelligent, wordt gevreesd dat de machine de mens overbodig zal maken. Volgens sommigen is zo goed als geen enkele job veilig voor de robot-overrompeling. Gevolg: bodemloze werkloosheid en sociale onrust. Of het zo’n vaart zal nemen, valt af te wachten. Wel denken de experten dat we de notie op z’n minst serieus moeten nemen.
“Neem nu dat een intelligent systeem wordt gevraagd om pannenkoeken om te draaien,” legt Van Doorn uit. “Het weet niet wat een pannenkoek is, dus zoekt het naar informatie. Online gaat het Wikipedia af, kijkt het YouTube filmpjes en ontdekt het het perfecte principe om pannenkoeken om te draaien. Die kennis kan het inmiddels delen met andere systemen via de cloud, waardoor alle systemen ogenblikkelijk op de hoogte worden gesteld. Dat zet je aan het denken.”
Boreel pikt in: “We moeten ervoor zorgen dat we onze kinderen in ieder geval niet meer opleiden voor banen waarvan ze weten dat ze worden overgenomen door machines. Er zal geen nood meer zijn aan pannenkoekdraaiers als er machines zijn die die taak op zich nemen. Als we er niet op anticiperen, zal de volgende generatie het ons verwijten. Dat is de verantwoordelijkheid van bedrijven, scholen en de overheid: we moeten nu reageren.”
Dubbel
Tegelijkertijd biedt die omwenteling veel kansen, meent het paar. Overbodige jobs zullen plaatsmaken voor nieuwe functies, en ook de invulling van een baan zal veranderen. Denk aan artsen die simpele diagnoses en behandelingen kunnen overlaten aan de machine, en meer tijd hebben voor hun patiënten. Of neem de journalist die de korte nieuwtjes zoals de sportuitslagen of het weer overlaat aan een robot, en meer tijd heeft voor onderzoek en duiding.
“Het zijn zulke zaken die door deze ontwikkeling worden gestuwd, en waar men nu over moet nadenken,” besluit Boreel. “Wat zijn de consequenties van dit tijdperk? Wat accepteren mijn klanten? Wat willen we wel en wat niet?”
Obstakels
Het is duidelijk: artificële intelligentie staat garant voor een doorbraak. Zorgrobots, autonome wagens, slimme arbeiders; de wereld ziet er over pakweg een decennium heel anders uit. Of die verandering zonder slag of stoot zal gaan, is eerder twijfelachtig. Er heerst immers nog te veel onduidelijkheid over het ethische en juridische kader waarin autonome systemen geplaatst moeten worden, en die obstakels moeten eerst overwonnen worden.