Zo maak je je e-bike winterklaar: tips voor accu, banden en onderhoud

Met de eerste dagen nachtvorst achter de rug komt het fietsseizoen stilaan ten einde. Je merkt het ook op de weg: steeds vaker pakken mensen de wagen voor woon-werkverkeer. Verrassend is dat natuurlijk niet: lekker is het niet om in de vrieskou met een e-bike op stap te gaan. Zet ook jij je elektrische fiets weg voor een winterslaap? Maak hem dan winterklaar zodat je er vanaf de lente direct weer mee op stap kan gaan.
Maar ook voor wie deze winter wél blijft rondrijden met zijn e-bike zijn er aandachtspunten om de levensduur van je fiets te verlengen. Goed om te weten: dit zijn allemaal stappen die je thuis uit kan voeren. Technische kennis heb je er niet voor nodig en we leggen precies uit wat je wel (en niet) kan en moet doen.
1. Zorg voor de accu van je e-bike
Het is een veelgehoorde vraag: kan de batterij van mijn elektrische fiets tegen vrieskou? Het korte antwoord is nee en langdurige blootstelling aan vrieskou kan permanente schade opleveren. Met je e-bike op stap gaan in de vrieskou kan echter geen kwaad en je kan de batterij ook echt wel gerust een dagje buiten laten in de kou.
Houd er wel rekening mee dat koude batterijen minder goed presteren, tot wel 30%. Het is daarom aan te raden de batterij zo veel mogelijk binnen op te slaan en pas in de fiets te steken wanneer je ermee op stap gaat. De batterij presteert dan simpelweg beter, zodat je ‘m minder vaak aan de lader hoeft te leggen.

Oplaadtips voor de winter
Wat opladen betreft wordt het afgeraden om dat met een ijskoude batterij te doen. Laad je de batterij binnen op, laat hem dan een half uur acclimatiseren. De cellen komen dan op temperatuur, waarmee je voorkomt dat ze schade oplopen tijdens het opladen.
Tenzij echt noodzakelijk zouden wij een batterij dan ook nooit buiten, bijvoorbeeld in je schuur, opladen. Ben je van plan heel de winter niet met je e-bike op stap te gaan? Ook dan is het verstandig de batterij uit je e-bike te halen en deze binnen op te slaan. Vervolgens raden we aan om hem om de maand op te laden, zodat de accu nooit helemaal leegloopt. Houd een minimumpercentage van 15% aan.
Een te laag percentage zorgt voor een chemisch proces, diepontlading genoemd. Diepontlading komt sneller voor bij kou, omdat de chemische activiteit in de cellen sterk vertraagt. Cellen kunnen in dat proces, als ze lang niet opgeladen worden, onherstelbaar beschadigd raken.
2. Maak je fiets schoon
Het wordt al eens vergeten, maar het schoonmaken van het frame is cruciaal voor de levensduur van je e-bike. Zo voorkom je dat vuil, zoals pekel van strooiwagens, het frame of andere onderdelen aantast. Strooizout zorgt bijvoorbeeld voor roestvorming op roestvrij metaal, maar ander vuil zoals zand kan op de lange termijn ook roestvorming veroorzaken. Vocht hoopt zich namelijk op in het hoopje zand en vreet dan door je metalen frame heen.
Dat risico is gelukkig steeds kleiner nu frames gemaakt worden van aluminium. Maar dat is niet het geval voor alle e-bikes, of zelfs voor alle onderdelen op de fiets. Bagagedragers worden al eens gemaakt van roestvrij metaal en datzelfde geldt soms voor spatborden.

Gelukkig is de oplossing erg makkelijk: pak elke zaterdagochtend een zachte borstel en veeg al het vuil van je frame en andere delen van je fiets. Voor pekelvervuiling raden we aan om een sopje te maken: zout lost namelijk op in warm water, maar is niet altijd zichtbaar. Ook als je denkt dat het frame schoon is, kan er nog strooizout aan kleven. Zoals gezegd: dat is geen dagelijks klusje, maar als je eens per maand een sopje maakt, voorkom je mogelijk een hoop gevolgschade.
Veeg het vuil niet alleen van het frame, je spatborden en bagagedrager. Heb je nog een metalen ketting? Ook die kan wat liefde gebruiken om schade door vuil te voorkomen.
3. Onderhoud je ketting
Hiervoor kan je onderscheid maken tussen twee types kettingen: traditionele kettingen van metaal of riemaandrijving. Die eerste variant is het meest vatbaar voor schade door strooizout of ander vuil vanwege roestvorming en versnelde slijtage. Bij een metaal-op-metaal-aanraking zorgt zand er bijvoorbeeld voor dat de tandwielen sneller slijten én je dus eerder bij de fietsenmaker staat voor een reparatie.
Onderhoudstips voor fietskettingen
Zoals gezegd ligt het risico op slijtage en schade bij matig onderhoud vele malen hoger dan bij riemaandrijving. Regelmatig even schoonmaken is, of je nu korte of lange afstanden rijdt, dus echt een must. Om je metalen ketting goed te onderhouden, volg je best deze stappen:
- Verwijder zichtbaar vuil van de ketting met een borstel.
- Maak de ketting en je tandwielen schoon met warm water en een schoonmaakmiddel dat ontvet. Dat kan met ontvetter voor je vaat, maar ook met middeltjes die je bij de fietsenmaker koopt.
- Laat de ketting en je tandwielen een paar uur drogen, of (nog beter) blaas hem droog met een compressor. Zo voorkom je dat het smeermiddel dat je er zo op doet van de ketting afloopt omdat deze nog nat is.
- Breng een smeermiddel naar keuze aan op de ketting en tandwielen. Zorg ervoor dat je alle tandwielen smeert en de ketting ook even laat draaien, zodat alle delen gesmeerd zijn.
Smeren doe je best met een doek op de ondergrond. Er spat namelijk best wat smeermiddel van je ketting je omgeving in en gezien het vettig is, is het lastig te verwijderen. Nog beter is om voorzichtig schakel per schakel het smeermiddel op de ketting aan te brengen. Een spuitbus is minder aan te raden. Gebruik je die toch, scherm dan de rest van de fiets goed af. Komt er smeermiddel op je schijfremmen, dan krijg je er een gratis symfonie bij, telkens als je remt. Voor reguliere e-bikes raden we smeermiddel met was aan. Dat houdt je ketting langer schoon en beschermd als het regent én trekt geen vuil aan. Zo vermijd je de bekende zwarte plek op je broek.
Onderhoudstips voor tandriemen
Zit er een tandriem op je e-bike, bijvoorbeeld van het merk Gates, dan heb je daar relatief weinig onderhoud aan. Smeren is helemaal niet nodig en zelfs af te raden. Het enige dat je tandriem van tijd tot tijd nodig heeft, is een grove handbezem om zand en ander vuil van de tandwielen te vegen. De samenstelling van tandriemen, een mix van rubber en carbon, is namelijk niet zo vatbaar voor pekel of zandkorrels.
Het enige dat je na verloop van tijd, tussen de 10.000 en 30.000 km, moet doen is de tandriem zelf laten vervangen. Dat is echter een werkje voor een fietsenmaker.

4. Controleer je banden
Banden zijn vaak het vergeten eendje als het aankomt op het onderhoud van fietsen. Mensen rijden er soms zo lang mee rond dat je hun banden zowat kunt gebruiken bij F1-races. Zeker bij nat weer of ijzel, zoals nu in de winter, is het cruciaal dat je fiets voorzien is van banden die kunnen omgaan met gladder wegdek en optimaal presteren bij kouder weer.
Let er in de eerste plaats op hoeveel profiel je banden nog hebben. Zie je dat de band merkbaar is versleten, dan is het verstandig om aan vervanging te denken. Doorgaans zitten er ook lijntjes in de groeven die de minimale diepte aangeven. Beginnen die lijntjes te slijten, dan is het zeker tijd om nieuwe banden te plaatsen. Niemand wil aan de kant van de weg staan met een lekke band terwijl de hemelsluizen open staan en de temperatuur met het vriespunt flirt.
Denk aan vierseizoenenbanden
Vierseizoenenbanden zijn de beste keuze als je in alle jaargetijden rondrijdt. Die zijn veilig op nat wegdek en zitten je qua weerstand niet te veel in de weg in de zomer. Let er wel op dat de banden geschikt zijn voor e-bikes, vaak aangegeven met een 25km/u-icoontje of een andere e-bikeaanduiding. Enig nadeel is dat ze sneller kunnen slijten dan reguliere banden vanwege de zachtere rubbersamenstelling.
Er zijn ook winterbanden met spikes, al raden we die echt af voor regulier gebruik. Deze banden hebben enkel nut op plekken waar sneeuw en ijs blijven liggen en moet je na de winter laten vervangen door zomer- of vierseizoenenbanden omdat ze snel slijten bij droge omstandigheden, terwijl de spikes ook voor meer rolgeluid zorgen.

Pomp ze wat harder op
Een laatste tip is om je fietsbanden in de winter terug wat bij te pompen. Lucht zet in de zomer uit, terwijl de druk in de winter iets afneemt. Iets harder oppompen kan dus geen kwaad, maar let erop dat de druk nooit hoger ligt dan aangegeven op de wangen van de band. Denk er eveneens aan dat een te harde band minder grip biedt op plekken die glad liggen, bijvoorbeeld door natte bladeren.
In de winter kan je voor extra grip de druk ook iets verlagen. Het contactoppervlak met het wegdek neemt daardoor toe. Maar zoals gezegd vergroot dat ook de kans op lekrijden. Je doet dat dus best alleen als het gesneeuwd heeft.
Laat het vervangen van de band best over aan een specialist, zeker als je niet weet hoe je jouw wiel uit de fiets moet halen (bv. bij achterwielmotor of naafversnelling). Sommige fabrikanten geven dat zelfs op als vereiste voor het behouden van je garantie.












