Energielabel voor zuinigste datacenters

Datacenters kunnen voortaan een Energy Star-label verdienen. Zo wil het Amerikaans milieuagentschap EPA de centers energiezuiniger maken.

Om het label te verdienen, moeten de datacenters qua efficiëntie in de top 25 zitten in vergelijking met gelijkaardige centers. Het Environmental Protection Agency (EPA) zegt dat die efficiëntie energie en geld kan besparen, en bovendien goed is voor het klimaat.

Energy Star is een internationale standaard voor energie-efficiëntie in consumentenproducten. Het is van oorsprong een Amerikaans programma, maar wordt bijna wereldwijd gebruikt om zuinige elektronica te promoten.

Opmars
Datacenters kennen de laatste jaren een enorme opmars. Dat heeft zijn impact op het stroomverbruik. Volgens EPA zijn de digitale opslagplaatsen goed voor anderhalf procent van de Amerikaanse elektriciteitsconsumptie, goed voor 4,5 miljard per jaar. Die omvang zou zelfs nog verdubbelen in de volgende vijf jaar.

Door de datacenters energie-efficiënt te maken kan er veel geld bespaard worden. Met tien procent meer efficiëntie kan er zes miljard kilowatt-uur worden bespaard op jaarbasis. Goed om elk jaar 350.000 huizen van stroom te voorzien, of om 450 miljard uit te sparen.