Twitter bouwt eigen datacenter

Twitter bouwt in het Amerikaanse Salt Lake City een speciaal ontworpen datacenter. Het bedrijf wil er later dit jaar nog naartoe verhuizen en op die manier hun Fail Whale vaarwel zeggen.

Fervente gebruikers van de microblog hebben zeker al gemerkt dat de dienst geregeld een kikker in de keel heeft. Verdwenen berichten, weggevallen volgers en algehele onbeschikbaarheid troef, zo lijkt het. Zeker in drukke periodes zoals tijdens het WK voetbal.

Twitter had in juni dit jaar een uptime van 99,17 procent, meldt websitemonitor Pingdom. Dat wil zeggen dat de microblog ongeveer 5 uur en 43 minuten niet te bereiken was. De maand ervoor was dat 99,88 procent. Dalt valt nog mee, zou je denken; helaas spreekt men in de datacenterwereld pas van serieuze uptime bij 99,9 procent.

Die problemen wil het Amerikaanse bedrijf oplossen door te verhuizen naar een speciaal ontworpen datacentrum. Een deel van de huidige fouten is te wijten aan capaciteitsgebrek, maar ook technische problemen zoals databasefouten steken hier en daar de kop op. De groei van het sociale netwerk speelt ook zeker mee: per dag schrijven 300.000 nieuwe leden zich in.

Het rekencentrum dat nu gebouwd wordt in de omgeving van Salt Lake City is slechts het eerste, blogt Jean-Paul Cozzatti, technisch manager van Twitter. Meerdere toegewijde datacentra bieden groeimogelijkheden wat Twitters gebruikers en activiteiten betreft. Door een eigen centrum te bouwen zijn ook specifieke ICT-aanpassingen mogelijk, wat bij centra van derden moeilijk ligt. Andere klanten kunnen door die aanpassingen problemen ondervinden.

Het bedrijf stapt echter niet volledig op bij hostingbedrijf NTT America: de hosting daar dient slechts voor de huidige omvang van Twitter. De groei van de dienst zal elders draaien.

In de loop van de komende twee jaar komen er nog nieuwe eigen datacenters bij, geeft Cozzatti aan.