Minister onderzoekt privacyvoorwaarden Apple

Demissionair minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken vraagt zich af of de nieuwe privacyvoorwaarden van Apple wel rechtmatig zijn. CBP onderzoekt het.
Wie zijn iPhone wil gebruiken, moet ermee instemmen dat Apple exacte en realtime geografische locatiedata opslaat en verkoopt aan derden, bijvoorbeeld aan adverteerders. Dit zette VVD’ers Ton Elias en Jeanine Hennis-Plasschaert ertoe aan om Kamervragen te stellen aan Van der Hoeven.
Of de nieuwe voorwaarden (geldig sinds juni) rechtmatig zijn, kan ze niet beoordelen. Daarom schakelt de minister het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) in. Het college gaat na of de bepalingen in strijd zijn met de Wet bescherming persoonsgegevens.
[related_article id=”158256″]
Het college moet eveneens onderzoeken of de locatiedata gekoppeld zijn aan persoonlijke gegevens. "Het CBP is het aangewezen orgaan dat kan beoordelen of de data dusdanig zijn geanonimiseerd dat er redelijkerwijs geen sprake meer is van herleidbaarheid", schrijft Van der Hoeven in haar brief.
De vragen zijn overigens ook doorgestuurd naar het ministerie van Justitie. Dat zal zich eveneens in de materie verdiepen.













