Wat vinden kinderen van internet?
Europese kinderen gaan voor het eerst online rond hun zevende levensjaar. Maar ze vinden dat er niet genoeg ‘goeie dingen’ te vinden zijn.
Dat is de conclusie van een onderzoek bij 23.000 kinderen. “Ik wil de indruk verbeteren die kinderen en kleinkinderen van het internet krijgen”, zegt Neelie Kroes, Europees Commissaris belast met de portefeuille Digitale agenda. Dat wil ze doen door een wedstrijd uit te schrijven die betere inhoud aanmoedigt en beloont.
Kroes’ sleutelwoorden zijn opwinding, veiligheid en educatie. “Als webinhoud aan deze voorwaarden voldoet, heeft dat alleen maar voordelen voor onze jeugd: ze zullen zelfzeker zijn en aangepast aan de digitale wereld.”
Statistieken
Het wordt overigens duidelijk waar het internet naartoe gaat als je bekijkt waarmee de Europese jeugd bezig is. Schoolwerk en het bekijken van video’s staan bovenaan met respectievelijk 84% en 83%. Daarna volgen spelletjes (74%) en communiceren via chatprogramma’s (61%). Een derde van de ondervraagden bezoekt het internet met zijn mobiele telefoon of een ander draagbaar toestel.
De wedstrijd wordt ingedeeld in twee categorieën: twaalf- tot zeventienjarigen en volwassenen. Hij vindt plaats in België, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, Litouwen, Nederland, Polen, Portugal, Slovenië en Spanje.
De resultaten van het onderzoek kun je bekijken op EU kids online; meer info vind je op het Safer Internet Forum.