Naar Oost-Europa voor mainframes
Het is een vreemde tegenstelling. Terwijl oude technologieën als het mainframe aan een revival bezig zijn, wordt het steeds moeilijker om er specialisten voor te vinden. Opvallend genoeg bevindt veel kennis zich in het voormalige Oostblok. Moeten we binnenkort naar Oost-Europa voor onze mainframes?
In IT duikt regelmatig een nieuwe trend of vondst op, maar al de vorige uitvindingen blijven gewoon netjes bestaan. Dat geldt ook voor het mainframe, zeg maar de dinosaurus in informatica.
Een mainframe, waarvan de eerste exemplaren zo’n veertig jaar geleden doorbraken op de markt, is een zeer grote computer, waar honderden tot duizenden gebruikers gelijktijdig op kunnen werken.
Vaak wordt een mainframe bij een groot bedrijf ingezet voor het werk aan één applicatie, zoals transactieverwerking bij een bank.
De vergelijking met de dinosaurus gaat overigens niet op. Want terwijl de dinosaurus al jaren geleden is uitgestorven, kan dat niet meteen van het mainframe worden gezegd. Voorspeld is het uitsterven echter al meermaals.
Verkooptoename
In 1991 voorspelde bijvoorbeeld de hoofdredacteur van Computer World al dat in 1996 de stekker uit het laatste mainframe zou worden getrokken. Niet is minder waar. Tussen 2.000 en 2008 is de mainframeverkoop (uitgedrukt in MIPS, million instructions per second) met 300 procent toegenomen.
Ook al is de verkoop de laatste twee jaar wat afgevlakt, toch blijft het een opmerkelijke toename. En bovendien voorspellen onderzoeksbureaus als Gartner in de komende kwartalen een hernieuwde opleving in de aankoop van verwerkingsvermogen.
Vooral in de opkomende economieën worden nieuwe mainframegebruikers gewonnen. Terwijl de expertise zich vaak elders situeert. Opvallend is namelijk dat dergelijke oudere technologie momenteel nog veel meer is ingeburgerd in voormalige Oostbloklanden dan bij ons.
“Dat komt doordat in de periode van het communisme nogal veel is gewerkt met oudere technologieën. Vaak gewoon omdat er geen andere keuze was”, vertelt Radovan Janecek, vicepresident software-engineering bij CA Technologies en verantwoordelijk voor het R&D-team in het Center in Praag.
Vanuit die uitvalbasis wordt ondersteuning gegeven en onderzoek gedaan voor de technologie en worden opleidingen georganiseerd tot in de VS toe. “In ons land zijn jongeren nog bereid om zich verder te specialiseren in zogenaamd oudere technologie. Dat blijkt in westerse landen niet meer zo voor de hand liggend”, vertelt hij.
Het mainframe lijkt toe aan een revival. Zo lanceerde IBM met veel tromgeroffel de nieuwste versie van zijn zEnterprise-mainframe.
Met deze lancering pakt de fabrikant, naar eigen zeggen, het probleem aan op het gebied van datacenters van grote bedrijven: de wirwar van talloze ongelijksoortige technologieën die in de loop der tijd zijn toegevoegd om specifieke applicaties te laten draaien, en die allemaal afzonderlijk werken. Ook onder meer bij zogenaamde cloudleveranciers moeten kansen bestaan voor mainframes.
Een blijvende uitdaging voor IBM is wel het businessmodel rond software, waar de prijs van mainframesoftwarelicenties voor veel gebruikers een pijnpunt vormt.
Band raakt verloren
Wereldwijd staan er ongeveer tienduizend mainframes, schat onderzoeksbureau IDC. Dat cijfer neemt in aantal niet echt toe, al blijven bedrijven wel in hun mainframe investeren. Waardoor ook (stok)oude ontwikkelomgevingen zoals Cobol en zelfs Assembler relevant blijven.
Ook al worden die in onze contreien nog maar amper onderwezen aan universiteiten en hogescholen. Westerse bedrijven lijken hun band met deze technologieën dan ook wat te verliezen. In onze contreien is een mainframe-informaticus eerder iemand die tegen de pensioengerechtigde leeftijd aanloopt.
“In mijn team gaat het van late dertigers tot iemand die 57 is. Maar de klemtoon ligt toch bij de vijftigers”, vertelt Keith Willard, IT-manager bij de Britse retailketen JD Williams, die ook voor zijn e-commerce-activiteiten voor het mainframe kiest. “Het tekort aan mainframespecialisten begint in veel bedrijven wel nijpend te worden.
Zeker bij banken, omdat vaak erg kritieke toepassingen op dergelijke machines draaien. Ik ken heel wat gepensioneerde IT’ers die aan een tweede carrière zijn begonnen als freelance mainframeconsultant. Voor hen is dat vaak een lucratieve handel.”
De sector probeert het tij te keren. Vanuit Praag worden bijvoorbeeld opleidingen in mainframe- en andere oude technologieën georganiseerd. Ook wordt de mainframe-interface en managementsoftware grondig aangepast aan de huidige tijd. Weg met de post-its en de lijnen code die systeembeheerders moeten ingeven.
Maar terwijl het mainframe een hedendaagse softwarelaag krijgt, blijft het tekort aan mensen die ermee willen werken een ernstig probleem. Uit onderzoek van CA blijkt dat meer dan de helft van de bedrijven in Europa die een mainframe gebruiken ook werkelijk problemen hierdoor ondervindt.