IBM viert eeuwfeest

Precies honderd jaar geleden werd IBM opgericht. Of beter: het bedrijf Computer Tabulating Company, dat dertien jaar later werd omgedoopt tot IBM. In al die tijd heeft het bedrijf uit New York zichzelf steeds opnieuw uitgevonden. Al blijft het oorlogsverleden een zwarte pagina.
Honderd jaar is een erg lange periode in de IT-wereld, waar het komen en gaan van bedrijven schering en inslag is. Microsoft is bijvoorbeeld slechts 36 jaar oud, Google 13 en Facebook amper 7. IBM is vooral bekend van zijn eerste pc, die in 1981 op de markt kwam en omgerekend naar vandaag maar liefst ettelijke duizenden euro’s kostte.
Al begon het bedrijf in 1911 als specialist van onder meer technologie voor ponskaarten. Ook de voorloper van de AS/400 en de eerste draagbare computer (gelanceerd in 1975) zijn de verdienste van IBM. Net als de schaakcomputer Big Blue, waaraan het bedrijf zijn bijnaam ontleent.
In tegenstelling tot Google en HP, waarbij telkens de twee oprichters in hun garage begonnen, is IBM geen romantisch verhaal. Bij de oprichting waren er namelijk al dertienhonderd medewerkers werkzaam.
Zwarte bladzijde
Twee boeken geven ook wat meer inzicht in de moeilijke periodes van IBM. Zo is Who Says Elephants Can’t Dance? nog steeds een populair managementboek. Het geeft een goede inkijk in de woelige periode van de jaren negentig toen Louis Gerstner aan het roer kwam en het bedrijf omvormde tot een dienstenbedrijf. IBM maakte toen miljarden verlies.
Vervelender voor IBM is het boek IBM and the Holocaust van Edwin Black, dat het oorlogsverleden van Big Blue toelicht. Zo zou de technologie voor ponskaarten, gebruikt in de concentratiekampen, de uitvoering van de holocaust hebben vereenvoudigd. Ook al was IBM vermoedelijk niet de enige, het blijft een minder fraai kantje aan de verder roemrijke geschiedenis van het bedrijf.
Precies honderd jaar geleden werd IBM opgericht. Of beter: het bedrijf Computer Tabulating Company, dat dertien jaar later werd omgedoopt tot IBM. In al die tijd heeft het bedrijf uit New York zichzelf steeds opnieuw uitgevonden. Al blijft het oorlogsverleden een zwarte pagina.
Honderd jaar is een erg lange periode in de IT-wereld, waar het komen en gaan van bedrijven schering en inslag is. Microsoft is bijvoorbeeld slechts 36 jaar oud, Google 13 en Facebook amper 7. IBM is vooral bekend van zijn eerste pc, die in 1981 op de markt kwam en omgerekend naar vandaag maar liefst ettelijke duizenden euro’s kostte.
Al begon het bedrijf in 1911 als specialist van onder meer technologie voor ponskaarten. Ook de voorloper van de AS/400 en de eerste draagbare computer (gelanceerd in 1975) zijn de verdienste van IBM. Net als de schaakcomputer Big Blue, waaraan het bedrijf zijn bijnaam ontleent.
In tegenstelling tot Google en HP, waarbij telkens de twee oprichters in hun garage begonnen, is IBM geen romantisch verhaal. Bij de oprichting waren er namelijk al dertienhonderd medewerkers werkzaam.
Zwarte bladzijde
Twee boeken geven ook wat meer inzicht in de moeilijke periodes van IBM. Zo is Who Says Elephants Can’t Dance? nog steeds een populair managementboek. Het geeft een goede inkijk in de woelige periode van de jaren negentig toen Louis Gerstner aan het roer kwam en het bedrijf omvormde tot een dienstenbedrijf. IBM maakte toen miljarden verlies.
Vervelender voor IBM is het boek IBM and the Holocaust van Edwin Black, dat het oorlogsverleden van Big Blue toelicht. Zo zou de technologie voor ponskaarten, gebruikt in de concentratiekampen, de uitvoering van de holocaust hebben vereenvoudigd. Ook al was IBM vermoedelijk niet de enige, het blijft een minder fraai kantje aan de verder roemrijke geschiedenis van het bedrijf.













