Review: The Legend of Zelda – Ocarina of Time 3D
Goed oud
Dertien jaar terug bracht Nintendo met The Legend of Zelda – Ocarina of Time een bijzonder juweel uit. Ondanks een vertraging van twee jaar op de officiële releasedatum verbaasde het de gamewereld. Zoveel nieuwe innovaties gecombineerd met zo’n knap verhaal, diepgang en grafische schoonheid. Superlatieven schoten te kort voor de allereerste Zelda-game in 3D. Nu valt af te wachten wat er nog overblijft na dertien jaar. Sommige oude games worden snel ‘slecht’, getuige talloze slechte remakes van klassiekers. Gelukkig is The Legend of Zelda – Ocarina of Time 3D heel goed oud geworden. Het oorspronkelijke avontuur is helemaal hetzelfde gebleven. Alle personages zijn behouden, inclusief elk stukje van de spelwereld. Desondanks voelt alles heel fris aan. Nintendo heeft voor een frisse opsmukbeurt gezorgd, waardoor alles er net iets scherper en vloeiender uitziet. De oorspronkelijke 2D-achtergronden zoals in het kasteel van Hyrule zijn volledig naar 3D omgetoverd. Het resultaat is schitterend; zowel de fans als nieuwe spelers zullen er helemaal van smullen.
Link, het hoofdpersonage, ziet er ook veel beter uit. Zijn gezichtsuitdrukkingen en animaties ogen minder houterig dan in het origineel. Het touchscreen is een verademing om snel voorwerpen te wisselen. Vooral in de Water Temple word je een hoop frustraties bespaard. Alle knoppen van de oorspronkelijke N64-controller vinden hun weg naar de Nintendo 3DS, waardoor The Legend of Zelda – Ocarina of Time 3D heerlijk aanvoelt. De grootste toevoeging is uiteraard de 3D-functie. Het dieptegevoel zit helemaal goed, maar de kans is klein dat je het hele spel met de 3D-functie zal uitspelen. Tussendoor moet je bijna naar 2D terugschakelen, vooral wanneer je moet richten met je katapult of boog. Legend of Zelda – Ocarina of Time 3D gebruikt hiervoor de sensors in de 3DS, iets wat opvallend goed werkt. Muzikaal is deze titel even briljant, zeker wanneer je een hoofdtelefoon aansluit.
[related_article id=”160734″]