Sexting: populair, maar niet onschuldig
Eén op de vijf tieners verstuurt seksueel getinte berichten of naaktfoto’s via de gsm of internet. Een opkomende trend die onschuldig lijkt, maar dat allesbehalve is.
“Maandelijks krijg ik een melding dat ik alweer te zien ben op een of andere pornosite”, zucht Tom (20), student informatica in Gent. ”Keer op keer stuur ik een verzoek naar de eigenaar van de website om het filmpje te verwijderen. Meestal gebeurt dat ook vrij snel, maar leuk is anders.”
Tom begon in zijn tienerjaren te experimenteren met cyberseks en erotisch chatten. Zo verrichtte hij regelmatig homoseksuele handelingen met vreemden voor de webcam. Op een dag werden deze beelden opgenomen. De chatpartner verspreidde het seksfilmpje op verschillende websites.
[related_article id=”158578″]
Na twee jaar circuleren de beelden nog altijd op het internet. Omdat Tom op verschillende internetfora actief is, krijgt hij regelmatig bericht van iemand uit de homogemeenschap dat zijn videoclip weer ergens is opgedoken. “Elke keer krijgt het filmpje enorm veel hits, waardoor het niet lang verborgen blijft voor de wereld of voor mij.”
Katrien (16) uit Antwerpen vindt het leuk om uitdagende foto’s van zichzelf op het internet te posten. Ze hoopt hiermee nieuwe, minder preutse vrienden te ontmoeten. Aan de gevolgen of eventueel misbruik denkt ze niet.
“Ik doe het voor de fun en niets anders. Pikante foto’s online zetten, trekt aan Het is toch raar om met mensen te praten als je niet weet hoe die eruitzien.”
Wat Katrien niet weet, is dat haar foto’s al op zes internationale websites zijn overgenomen. Dat leert TinEye, een online zoekmachine voor foto’s, waarmee je afbeeldingen kan uploaden en waarmee je kan nagaan op welke andere sites jouw foto’s staan.
Weinig klachten
Sexting – een samentrekking van de woorden seks en texting (wat Engels is voor sms’en) – is een populaire trend geworden. Hij lijkt onschuldig, maar dat is het niet. “Het gevaar van sexting zit niet in het maken van het materiaal. Experimenteren is normaal. Maar je produceert wel beelden die gemakkelijk voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt”, zegt Ellen Stassart, directeur studie en preventie bij Child Focus. “En als je iets op het internet zet, staat het er voor altijd op.”
Child Focus, dat een officieel meldpunt voor minderjarigen heeft, krijgt jaarlijks gemiddeld tien meldingen over sexting. Dat is een verrassend laag cijfer, maar het is slechts het topje van de ijsberg. ‘Ik denk dat het zelfs niet gaat om het feit of ze het niet willen zeggen of er niet voor durven uitkomen; jongeren zijn zich niet eens bewust dat er een probleem is of dat er iets ergs aan de hand kan zijn. Tieners schieten pas in actie als het al veel te laat is’, zegt Stassart.
In de VS, van waaruit het fenomeen is overgewaaid, staan de eerste jongeren voor sexting voor de jeugdrechtbank. Aanklacht: produceren en verspreiden van kinderpornografie. Meestal komen ze ervan af met een alternatieve straf: gemeenschapsdienst en verplichte therapie. Moeten Belgische jongeren ook vrezen voor straffen?
Peter De Waele, hoofdinspecteur van de federale gerechtelijke politie in Brussel: “In theorie zou de persoon die de foto’s of beelden maakt maximum tien jaar gevangenisstraf kunnen riskeren. Hij of zij produceert namelijk kinderporno. Maar dergelijke repressieve straffen past het Belgische rechtssysteem niet snel toe.”
Doktertje spelen
“Jongeren experimenteren. Hun echte wereld is de virtuele wereld. Ik kan me voorstellen dat tieners naaktbeelden of erotische teksten versturen zonder aan de gevolgen te denken. Ze experimenteren zoals wij vroeger doktertje speelden”, zegt Liesbeth Verlinden, zedenmagistraat bij het Brusselse parket.
Toch kan de jeugdrechter sanctioneren als blijkt dat de situatie escaleert. Als de jongere bijvoorbeeld in zijn boosheid blijft volharden en op school een handeltje opzet in pornografische foto’s.
“Het probleem is dat er geen preventie is”, zegt De Waele. “Je kunt beter de oorzaak behandelen dan het gevolg. Daarom moeten we alles inzetten op preventie, samen met de kanalen die jongeren bekijken en beluisteren.”
Uit het onderzoek Cyberteens at risk van de Universiteit Antwerpen blijkt dat één op de vijf Vlaamse tieners van niemand informatie krijgt over de gevaren op het internet. De helft wordt door hun ouders wel gewezen op de mogelijke gevaren. Maar voorlichting in de puberteit komt eigenlijk te laat: kinderen zijn al interactief op het internet op hun achtste. Als ze communiceren op het internet, zullen ze ongetwijfeld geconfronteerd worden met seks. Ouders moeten dus vroeger met hun kinderen praten.
“Het was niet mijn bedoeling het filmpje op te nemen en te verspreiden”, zegt ook Tom. ”Ik ben het slachtoffer geworden van iets dat ik niet wilde. Jongeren staan er niet bij stil als ze zoiets doen. Maar ik heb mijn les wel geleerd. Ik heb er veel slechte herinneringen aan overgehouden.”