Telenet en Belgacom ontevreden met open kabel
Zowel Belgacom als Telenet zijn ontevreden met de beslissing om de kabel open te stellen. Voor de ene is het te weinig, voor de andere is het te veel.
Telenet heeft intussen al laten weten dat het hoogstwaarschijnlijk in beroep gaat tegen de beslissing van de CRC (waar het BIPT een onderdeel van is). De definitieve beslissing valt in de komende uren of dagen.
De Mechelse kabelaar betwijfelt dat de regulator rekening heeft gehouden met de bezwaren van de Europese Commissie, gezien de beslissing zo kort volgt. Als dat niet zo is dan is de beslissing volgens het bedrijf onwettelijk. Ook de Waalse kabeloperator Voo laat in een verklaring weten dat het stappen onderneemt.
[related_article id=”158455″]
Een openstelling van de kabel is wat Belgacom, dat zijn netwerk al een tijdje moet openstellen voor andere spelers, al lang vraagt. Toch zijn ze ook hier ontevreden, want de beslissing is onvoldoende. Belgacom vindt dat het ten onrechte als dominante breedbandspeler wordt aanzien terwijl de kabeloperator in Vlaanderen (lees: Telenet) een dominante positie inneemt.
Welles-nietes
In diezelfde reactie zegt Belgacom dat het niet eerlijk wordt behandeld, omdat de Kabeloperatoren wel volledige toegang krijgt tot het netwerk van Belgacom.
Dat klopt niet helemaal, volgens Telenet: “Enkel onder bepaalde omstandigheden”, klinkt het daar. Bijvoorbeeld voor zakelijke klanten in Wallonië, dus buiten het netwerk van Telenet. Het is niet zo dat Telenet standaard televisie, internet of telefonie kan aanbieden over het Belgacomnetwerk.
Maar volgens Belgacom gaat het wel degelijk om duizenden lijnen die Telenet momenteel gebruikt, bijvoorbeeld als reserveverbinding naar zakelijke klanten. “Zij hebben toegang [tot het Belgacomnetwerk] en wij niet [tot het Telenetnetwerk], en dat is niet logisch”, aldus Belgacom-woordvoerder Jan Margot. “Enkel als alle regels voor iedereen hetzelfde zijn dan kan je spreken van eerlijke concurrentie.”
Belgacom zegt dat het met toegang tot de kabel bijvoorbeeld zijn televisienetwerk zou kunnen versterken. Momenteel bereikt Belgacom TV 90 procent van België, maar met toegang tot het netwerk van Telenet kan dat gemaximaliseerd worden. Bij bestaande klanten zou het dan weer ruimte bieden voor een tweede of derde toestel, eventueel via het analoge netwerk.
Europa: wel bezwaar, geen veto
Nauwelijks een maand geleden kantte de Europese Commissie zich nog tegen de Belgische voorstellen om de kabel open te stellen. De Commissie heeft kritiek op de analyse van de regulatoren over de omroepmarkten. Daarnaast wordt er te weinig rekening gehouden met recente marktontwikkelingen.
Maar Europa is niet tegen de openstelling van de kabel, zegt BIPT-voorzitter Luc Hindryckx. “Eigenlijk heeft Europa geen bezwaar tegen de kern van de zaak, want ze hebben een vetorecht voor verschillende elementen.” Ondanks de kritiek werd dat recht niet gebruikt.
Hindryckx: “Europa heeft wel commentaar gegeven over de verplichtingen. Dat lijkt zwaar, maar over de kern van de zaak is er geen bezwaar.” Volgens de BIPT-topman heeft zijn organisatie daar ook rekening mee gehouden. Zo is onder andere de argumentatie aangepast om de opmerkingen van de Europese Commissie tegemoet te komen.
Minder of meer innovatie?
Bij Telenet, dat zijn aandeel na de bekendmaking van het reguleringsbesluit met 6,5 procent zag zakken, zegt men dat er vandaag al een sterke concurrentie is voor digitale televisie, onder meer met spelers als Mobistar en TV Vlaanderen. “Bovendien wordt de innovatie afgeremd omdat wij significant moeten investeren in de openstelling van ons netwerk”, aldus Telenet-woordvoerder Stefan Coenjaerts.
Dat laatste wordt echter al snel tegengesproken door het BIPT. “De innovatie zal komen vanuit meerdere hoeken”, zegt Hindryckx. “In plaats van twee spelers ga je nu meer innovatie hebben op alle vlakken.”
Concreet verwacht Hindryckx dat er tussen de twaalf en vijftien maanden een concreet aanbod kan zijn van alternatieve spelers. Het besluit van het BIPT gaat op 1 augustus van kracht. Vanaf dan krijgen de operatoren zes maanden op een aanbod op te stellen, gevolgd door zes maanden om het te implementeren.