Review: Dead Island
Nooit meer last-minute
Het zal je maar gebeuren. Je boekt een reis naar een paradijselijk vakantieoord en je neemt je voor twee weken met een cocktail in de hand vanuit een hangmat naar palmbomen en moddervette Duitse toeristen te kijken. Tot je op een ochtend ontwaakt en het hele eiland overspoeld wordt door zombies die het op je lichtgebruinde huid voorzien hebben. Dat is de insteek van Dead Island. Deze survival-horrorgame dropt je in een open, vrij te verkennen spelwereld waar je allerlei verhaalgerelateerde en optionele missies zult uitvoeren. Die leiden je door een best uitgestrekte, gevarieerde en mooi weergegeven omgeving waar levensgevaar nooit ver weg is.
In tegenstelling tot de meeste games in dit genre zul je zelden beroep kunnen doen op machinegeweren en aanverwanten om de kreunende horden op afstand te houden. In plaats daarvan zul je geïmproviseerd hak- en steekwapentuig, de bumper van een geleende auto en de omgeving gebruiken om uit de zombieklauwen te blijven. Er is een degelijke centrale plot, maar de game laat je vrij om die op je eigen tempo te volgen. Afwijken van het uitgestippelde pad is net zo gevaarlijk als dat niet doen, maar kan je wel handige items en meer ervaring opleveren. Ervaring die je kunt inruilen tegen telkens meer snelheid of een betere uithouding. Beide kunnen het verschil tussen leven en dood betekenen in de frequente lijf-aan-lijfconfrontaties.
[related_article id=”160734″]