Review: Bodycount
Dat kan veel beter
Je kunt het de makers van Bodycount niet kwalijk nemen dat ze een andere invalshoek zoeken voor hun shooter. De concurrentie in het genre is moordend en dat wordt er deze maanden niet beter op. Op papier klinkt het allemaal goed. Een intense, moderne first-person shooter met een intuïtief bewegingssysteem dat je over en om dekking laat leunen en power-ups die je tijdelijk extra slagkracht of tactisch voordeel opleveren. Ook het verhaal begint vrij lekker, met jouw personage dat zich hoe langer hoe meer vragen begint te stellen bij de militaire operaties van zijn werkgever.
Bodycount gaat nergens echt in de fout, maar de game laat zich jammer genoeg evenmin in positieve zin opmerken. Een paar jaar geleden raakte je misschien nog weg met een min of meer realistisch aan gort te knallen decor en dekking, maar ondertussen heeft de shooterveteraan het allemaal al eerder en vaak ook beter gezien. Dat geldt ook voor de andere ingrediënten. Zo stelt de intelligentie van de computergestuurde vijand meestal teleur. De medics die hun gewonde collega’s weer op de been helpen, zijn weinig meer dan een lapje voor het bloeden. Hetzelfde kan gezegd van die power-ups. Tijdelijke onkwetsbaarheid is aardig, maar hier voelt het ongepast onrealistisch aan. Net zoals het oppikken van die zwevende informatieballen waarmee je deze en andere boosts bijeensprokkelt.
[related_article id=”160734″]