Digitaal rijbewijs gaat 20 euro kosten
Het nieuwe rijbewijs op een bankkaart gaat twintig euro kosten. 5,09 euro daarvan gaat naar het bedrijf Zetes, dat de documenten zal leveren.
In tegenstelling tot onze identiteitskaarten zullen deze kaarten geen chip bevatten. Er wordt gewoon dezelfde informatie op gedrukt die op de papieren rijbewijzen staat. Dat gaat Zetes doen, hetzelfde Belgische bedrijf dat de identiteitskaarten maakt.
Verdeelsleutel
De prijs is door de ontslagnemende regering Leterme vastgelegd op twintig euro. Die prijs ligt hoger dan die van de oude rijbewijzen. Dat komt door hogere productiekosten. Bovendien is de prijs van het rijbewijs al jaren niet geïndexeerd. Boven op de 20 euro mogen gemeentes nog een extra vergoeding vragen voor de afhandeling, net zoals dat bij de eID gaat.
Van de twintig euro gaat er 5,09 euro naar de leverancier. Voor dat geld moet Zetes de kaart produceren en personaliseren met de gegevens van de bestuurder. Ook de verzending naar de gemeente is inbegrepen in de prijs.
Databank
De overige 14,91 euro is voor de overheid. Dat bedrag wordt hoofdzakelijk besteed aan de nieuwe databank van rijbewijzen. Dankzij deze elektronische fichebak krijgt de overheid een centraal en up-to-date overzicht van de rijbewijzen. De databank houdt ook bij of een rijbewijs bijvoorbeeld is ingetrokken en of de bestuurder de nodige medische keuringen heeft.
De automobilistenvereniging VAB heeft geen kritiek op de prijsverhoging. “De databank verbetert het huidige systeem van rijbewijzen. Dat systeem kost meer geld en dan is het logisch dat de automobilist dat zelf betaalt”, zegt woordvoerder Maarten Matiënko.