Robotvliegjes kunnen ongemerkt spioneren
De Amerikaanse luchtmacht heeft wel erg speciale drone-robots: door een microcomputer gestuurde robotvliegjes.
Het onderzoekslaboratorium van de Amerikaanse luchtmacht bouwde een ‘microvolière’ op de luchtmachtbasis Wright Patterson in Ohio. Het is er kleine vliegende robots wat de klok slaat. En afgezien van het feit dat drones er centraal staan, is het een geweldig sensorgevuld laboratorium.
Niet te onderscheiden
De minivolière zal zich specialiseren in wat het ministerie van Defensie de volgende generatie van verkenning en robotcapaciteiten noemt: kleine robots die grotendeels niet te onderscheiden zijn van insecten of vogels en die dus ongestoord kunnen rondvliegen. De kleine robots kunnen dan verkenningsmissies uitvoeren of informatie verzamelen. Maar het leger moet ze natuurlijk eerst bouwen.
In de testruimte vliegen kleine helikopters tussen robotvuurvliegjes en zwevende robo-kolibries. De muren zitten vol met bewegingssensoren die de robots kunnen volgen, zelfs als ze op twee millimeter van elkaar vliegen.
Data van deze sensoren worden niet alleen gebruikt om de prestatie van de robots te evalueren, maar ook om lering uit te trekken voor de volgende generatie robots.