USB-staaf verdwijnt nog niet in de wolken
Met de doorbraak van cloudcomputing lijken de dagen van draagbare opslagmedia als de USB-geheugenstick geteld. Toch blijft de USB-stick behoorlijk ingeburgerd en doen fabrikanten er alles aan om meer te bieden dan enkel een opslagdrager.
Dat de geheugenstick standhoudt komt alleen al doordat elke computer, behalve een iPad, beschikt over een USB-poort. Met capaciteiten tot 128 GB is een USB-stick meer dan ooit een alternatief voor een externe harde schijf, in het bijzonder als het extra compact moet zijn.
De evolutie gaat vrij snel. Een jaar of acht geleden waren we al erg blij met een USB-geheugenstickje van 128 megabyte. Vandaag worden geheugensticks van 1 of 2 gigabyte gratis uitgedeeld.
Garantie
USB-sticks vind je in alle maten, vormen en kleuren, de ene nog gekker dan de andere. Er is een categorie van de zogenaamde ‘premium’-sticks. Die zijn flink wat duurder, maar omdat ze USB 3.0 ondersteunen kunnen ze enorm snel bestanden versjouwen.
Sommige sticks werken dankzij USB 3.0 zelfs sneller dan een interne harde schijf. Een andere interessante categorie zijn de ministicks. Hier primeert een compacte behuizing. Deze soort sticks zijn interessant om aan een sleutelbos te hangen of voor langere tijd aan te sluiten op een laptop of netbook, zonder dat je het risico loopt het uitstekende deel af te breken.
Maar waar moet je nu op letten bij de aanschaf van een geheugenstick? Net als bij harde schijven is het verleidelijk om te kiezen voor de stick met de hoogste capaciteit voor de laagste prijs. Zo vind je al een exemplaar van 32 GB voor minder dan 30 euro. Een lage prijs per gigabyte dus, maar de kans bestaat dat de lees- en vooral de schrijfsnelheden niet top zijn.
Bovendien moet je je ook afvragen of de betrouwbaarheid van het gebruikte geheugen wel goed is. Sommige fabrikanten geven wel extra garantie – een enkeling belooft zelfs levenslange garantie – maar net zoals bij Solid State Drives (SSD) maken ook USB-sticks gebruik van flashgeheugen, dat nu eenmaal een beperkt aantal schrijfoperaties aankan.
Zelf hebben we al heel wat USB-sticks gehad die er van de ene dag op de andere de brui aan gaven. Een USB-stick inzetten als dagelijkse backupmedium vinden we dus niet meteen een goed idee.
Praktisch
Nog zo’n aspect dat velen bij het kiezen van een stick uit het oog durven verliezen: de robuustheid. Zeker als je je stick dagelijks op zak hebt, investeer je best in een exemplaar met een degelijke behuizing, al dan niet voorzien van een rubberen omhulsel. Vooral de verbinding tussen de USB-connector en het binnenwerk van de stick wil bij plastiekachtige behuizingen nog wel eens broos blijken.
Het regelmatig in- en uitpluggen van een stick maakt de noodzaak aan een stevige buitenkant er alleen maar groter op. Een aantal fabrikanten lost dat op door de USB-connector inschuifbaar te maken in de behuizing. De kop blijft daardoor wat beter beschermd, al blijkt het schuifmechanisme zelf ook onderhevig aan slijtage.
Praktische bezwaren kunnen ook meespelen bij de vorm en de grootte van de stick. Een stick met een behuizing die breder is dan een USB-poort is moeilijker in te pluggen als in de poorten ernaast al andere USB-apparaten aangesloten zijn.
Andere aandachtspunten zijn de aanwezigheid van een goed zichtbaar activiteitslampje – iets wat bij veel sticks jammer genoeg nog altijd ontbreekt – en eventuele extra’s zoals software om de inhoud van de stick te beveiligen via een wachtwoord of zelfs encryptie. Let er trouwens ook op dat sticks niet te warm worden, iets wat vooral bij de snellere USB 3.0-sticks snel het geval blijkt te zijn.
