iPhone-lancering: een keer en nooit weer

Afgelopen week werd de iPhone 5 gelanceerd in een handvol landen, waaronder Duitsland. Ik was ter plaatse in Oberhausen en kon m"n ogen niet geloven.
Veel mensen denken het, enkelen roepen het uit: "mensen, het is maar een telefoon." – en ja, dat is het ook. Maar welke andere smartphone weet mensen te overtuigen een nacht lang te overnachten voor de (plaatselijke) winkel? Bij mijn weten geen enkele.
De iPhone – en eigenlijk eender welk iProduct – weet telkens opnieuw enorm veel belangstelling te halen. Zodanig veel dat honderden Nederlanders en Belgen afzakken naar buurlanden om er ééntje te kunnen kopen, amper een week voor de lokale lancering.
[related_article id=”158256″]
donderdagavond, 21u30
Ik arriveer donderdag in Oberhausen, net over de grens met Nederland en voor mijzelf de dichtstbijzijnde Apple Store. Enorm populair onder Nederlanders, heb ik mij laten wijsmaken door Nederlanders. Een honderdtal mensen staan buiten in een wachtrij – velen onder hen zijn het nog gezellig aan het maken. De eersten in de rij staan al sinds 16u aan te schuiven, ikzelf arriveer net na een groepje mensen rond half 10 en tel mezelf als honderdveertigste in de rij.
Even later herken ik het vreemde taaltje voor mij: Nederlands. Ik heb het genoegen na drie Nederlanders in de rij te staan. Drie jonge mannen, mijn leeftijdscategorie. Een werkloze, een scholier en een normaal werkende man. Een krat Redbull, een fles sterke drank en snoep om de nacht door te komen.

Verder zijn ze ook uitgerust met klapstoelen en slaapzakken. Ze bieden me direct een stoel aan en iets te drinken. Ik voelde me net in een daklozenopvang. De sfeer was er super en daar konden de aankomende uren niks meer aan veranderen.

Binnen was er nog een briefing aan de gang voor het aanwezige personeel.

donderdagnacht, 23u30
Inmiddels zijn Apple-medewerkers en de nodige beveiligingsmensen druk in de weer om alles in goede banen te laten lopen. Letterlijk dan: er wordt geïmproviseerd want de wachtrijlintjes zijn op. Inmiddels staan er al meer dan 500 mensen aan te schuiven en dat cijfer zou nog gaan oplopen.
Langs alle kanten hoor ik Nederlands – het klopt dat Oberhausen geliefd is bij Nederlanders, want naar mijn schatting is zeker drie op vier van Nederlandse origine. Allen voorzien van stoelen, matrassen, fatboys en slaapzakken. Het zag er niet naar uit dat er veel geslapen zou worden, maar het begon wel kouder te worden.
vrijdagochtend, 2u00
Het begint serieus af te koelen in Oberhausen. Enkele mensen kruipen in hun slaapzak, anderen nemen er een dekentje of extra trui bij. Alles verloopt rustig, enkele Duitsers komen een kijkje nemen en nemen wat foto"s. Zo"n iPhone-lancering met bijbehorende wachtrij gebeurt niet elke dag – nee, elk jaar exact één keer.
Inmiddels is de rij aangegroeid tot een duizendtal wachtenden. Velen draaien terug wanneer ze de rij zien, maar de rij blijft langzaam maar zeker verdergroeien. Ik had veel volk verwacht, maar dit was ongelooflijk en boven al mijn verwachtingen. Inmiddels begonnen Apple-medewerkers vuilniszakken uit te delen. Het daklozengevoel groeide. Of was het een vakbondstaking? Welke vakbond had ook alweer witte vuilniszakken als officieel uniform?
Vrijdagochtend, 4u30
Het is ijskoud in Oberhausen. Velen slapen, anderen babbelen of genieten van muziek. De temperatuur hangt rond het vriespunt, en ook de sfeer bereikt bijna het vriespunt. Iedereen heeft last van de koude – zoveel is zeker. Inmiddels staat de balans op 1.500 wachtenden. Velen staan inmiddels in geimproviseerde rijen achter een reeks struiken.

Vrijdagochtend, 5u30
Een uur geslapen. Dat is mijn balans. De Nederlanders voor mij hebben inmiddels al een deel van hun spullen terug in de auto geladen, maar waren zo vriendelijk om mij te laten slapen en te wachten met de stoel en slaapzak waar ik gebruik van maakte en ze nog eeuwig dankbaar voor ben.
Even later is er beweging vooraan in de rij. Vroeg, maar begrijpbaar. We schoven langzaam maar zeker op – totdat we opeengepakt stonden. Lekker warm, zo gezellig allemaal dicht bij mekaar. Intussen begint er achteraan een duw-en-trekpartij, waarbij de security onmiddelijk ingrijpt. Totale chaos.
Enkelen gaan op de vuist, anderen vertrappelen bijna hun medewachtenden. De gelukkige 200 mensen die vroeg genoeg waren hadden er geen last van – een Nederlander getuigt dat het achteraan de rij een puinhoop was. Constant willen mensen ook gewoon vooraan in de rij penetreren, maar dat wordt goed in het oog gehouden door de securitymedewerkers.
Vrijdagochtend, 6u30
Medewerkers van Apple beginnen langzaam maar zeker koffie uit te delen. Een lieftallig promoteam van een Nederlandse operator brengt appelflappen en appels. Ironisch genoeg ben ik allergisch aan appels maar sta ik wel in een wachtrij om de laatste nieuwe Apple-smartphone te kopen.
Inmiddels krijgen de eersten een kaartje waarop een reserveringsnummer staat – om te garanderen dat iedereen een iPhone heeft en er niemand even voorkruipt. Vreugde alom vooraan in de rij, maar achteraan is er geen communicatie en wist niemand wat er gebeurde. Enkel de 150 eersten kregen kaartjes – met de chaos achteraan was er inmiddels politie bij betrokken geraakt die enkele relschoppers heeft meegenomen. Een ambulance neemt een jonge vrouw mee die is flauwgevallen in de rij. Enkelen worden ter plaatse verzorgd voor onderkoelingsverschijnselen en kleine blessures.
Langs alle kanten zie ik reserveringskaartjes verkocht worden. Een iPhone een uurtje vroeger kunnen bemachtigen zonder nog vroeger in de rij gaan te staan is blijkbaar tot honderd euro waard.
Inmiddels wordt het duidelijk dat de Apple Store om 7u30 zijn deuren zal openen – normaal opent de winkel pas om 9u en ter gelegenheid zou men om 8u openen.
Vrijdagochtend, 7u00
Inmiddels was de daklozenopvang veranderd in een binnenplaats van een gevangenis. Allemaal voorzien van kaartjes met een nummer, hier en daar een relletje en de nodige woorden met "cipiers" (Apple Store-medewerkers). Ik gok dat de rij intussen minstens 2.500 wachtenden telt. Enkelen zijn afgevoerd naar de ambulance en ik zie een stuk of zes politiewagens op het toneel verschijnen. Ruziemakers worden onherroepelijk uit de rij verwijderd en proberen talloze keren – met nog meer ruzie - er terug in te geraken. Ergens zie ik zelfs iemand kettingen vasthouden aan z"n vuisten. De sfeer is enorm gespannen – wat deels te verklaren is door de vermoeidheid en koude.
Vrijdagochtend, half 8
Er gebeurt iets: een Apple Store-medewerker komt met een megafoon rond en roept om dat de winkel om 8u zal openenen. Inmiddels is de politie samen met de aanwezige security (die ik gok op dertig mensen) een menselijke barrière gevormd tussen de eerste 150 gelukkigen en iedereen die later pas erbij kwam.
Intussen gespot: alweer een ambulance, geschreeuw en geduw achteraan de massa mensen en alweer iemand die door de politie uit de rij wordt gehaald.

Vrijdagochtend, 8 uur
De winkel gaat open. Vooraan: gejuich, geklap en vreugde. Achteraan: nog steeds het geduw en getrek van voorheen. Intussen is er nog politie bijgekomen en wordt er weer koffie uitgedeeld. Stilaan begin ik het er beu te worden, mijn benen (en voeten) doen verschrikkelijk zeer en ik heb het zodanig koud dat ik zelfs niet meer bibber – iets wat een paar uur geleden nog wel het geval was.
Vrijdagochtend, half 9
Ik kan eindelijk het winkelcentrum betreden. De Apple Store was net achter de hoek, de sfeer was veel minder geladen dan buiten en het was er warm. Totdat ik aan de winkel arriveerde: alweer een wachtrij.

Vrijdagochtend, 9 uur
Aangekomen in de Apple Store. Medewerkers begroeten mij, precies een sekte. Ik voelde me net alsof ik de kerk van Steve Jobs betrad. Het werd langzaam duidelijk dat iPhonisme een geloof is. Een sekte waarbij iPeople enorm veel geld geven om hun verslaving en geloof te voeden. Een paar duizend iPhones staan gestapeld op de Genius bar en buiten stonden minstens dubbel zoveel mensen. Ik bestelde mijn 2 iPhones, haalde met pijn in het hart het geld boven en maakte dat ik weg was. Ik wilde echt niet in de bende kleine kinderen staan op het ogenblik dat de laatste iPhone verkocht werd.
Oberhausen: bedankt, maar tot nooit meer. (volgend jaar: Keulen!)













