Aandacht voor een goede computerhouding

De kern van een goeie computerhouding is steun verlenen aan de juiste plaatsen van je lichaam. Daarmee zorg je ervoor dat de druk die je op je lijf zet gelijkmatig verdeeld wordt over je spieren en gewrichten.

1. Je voeten

Je voeten moeten plat op de grond staan. Dat is je allereerste steunpunt, dat als beginpositie moet dienen om de hoogte van je bureaustoel bij te stellen. Van daaruit kan je verder gaan met het instellen van je zithoogte.

2. Je bekken

Stel je stoel zo in dat je bekken iets hoger komt dan je knieën. De hoek tussen je romp en je bovenbenen is daardoor groter dan negentig graden, waardoor je met een zogeheten "open heuphoek" zit: je bekken wordt minder naar achter gekanteld, waardoor je rug gemakkelijker in een natuurlijke, rechte positie kan worden gehouden.

3. Je kniekuil

Als je met je rug tegen de rugleuning van je stoel zit, zou er nog een vuist ruimte moeten zijn tussen de voorste rand van je stoel en de kuil van je knie. Heb je die ruimte niet, dan kan daar een druk ontstaan die bloedvaten en zenuwen afknelt. Dit is een van de belangrijkste oorzaken van een slapend been.

4. Je onderrug

De betere bureaustoelen hebben een extra steun in de onderste regionen van de rugleuning, om de natuurlijke holle kromming van je onderrug op te vullen. Dat is een belangrijk knooppunt voor eventuele rugklachten, en moet dus extra steun krijgen. Als je op een stoel zit die daar geen steunpunt heeft, gebruik je best een kussen.

5. Je armen

Tien procent van je lichaamsgewicht komt op je armen terecht, dus het is erg belangrijk dat die ook een rustpunt krijgen. Daar zijn tafels met verstelbare hoogte voor gemaakt: als je achter je bureau zit, moet de tafel ter hoogte van je ellebogen komen, zodat ze op een natuurlijke manier op het tafelblad kunnen rusten.