Panelgesprek: Welke cloud voor welk bedrijf?
De cloud biedt een waaier van mogelijkheden maar brengt tegelijk nieuwe uitdagingen met zich mee. De ene droomt van kostenbesparing, de andere kijkt de kat uit de boom, niet goed wetend hoe zijn job er de komende jaren zal uitzien. Cloudaanbieders moeten dan weer beter communiceren over wat ze precies mogelijk maken.
Aan tafel zitten Peter Oyserman – partner bij Delaware Consulting, Stijn Degrieck – CEO van Codit, Rudy Van Hoe – Business Manager Server & Cloud Platform bij Microsoft, Hermien Heveraet, Products & Solutions manager voor Azure bij Microsoft, Johan Verheyen, Department manager Infrastructure Solutions Bij Sogeti en Bruno Segers, oprichter van All Together en in een vorig leven topman bij RealDolmen. Het rondetafelgesprek wordt geleid door William Visterin, hoofdredacteur van Smart Business Strategies.
Public, private of hybride?
Cloud is een breed begrip, maar welke vorm van cloud is het meest van tel voor de business? Ga je voor een uitgebreide service, of voor zo veel mogelijk aan een zo laag mogelijke prijs? En wanneer kies je als bedrijf voor een publieke, private of hybride cloud?
[related_article id=”161452″]
“Zeker in de enterprise markt zien we vaak een hybride cloud,” zegt Rudy Van Hoe. “Ze hebben een hele investering gedaan in hun infrastructuur en gaan die dus niet meteen overbood gooien. Maar ze willen wel proeven van die public cloud. Voor kleinere bedrijven is dat anders. Zij gaan meteen de public cloud omhelzen. Je kan er heel snel een onderneming of een project opstarten of schalen, zeker als je klanten internationaal zitten. Maar grote bedrijven zitten zeker op een hybride cloud omwille van hun legacy.”
Codit is zo’n bedrijf dat dankzij de cloud snel kan bewegen. Het bedrijf automatiseert datauitwisselingen tussen applicaties en bedrijven, wat zich onder meer vertaalt in automatische facturatie. “Met de cloudoplossing die we nu hebben kunnen we klanten bieden wat ze vragen. Meestal gaat het om een integratie vanuit een bepaalde business waar je met de cloud goedkoop kan instappen om van daaruit te groeien.” Aldus CEO Stijn Degrieck. “Dat maakt de drempel zeer laag om in zo’n cloudoplossing te stappen. Ook de time to market verkleint. Je kan in een kwartier klaar zijn.”
Op dat vlak is IT vandaag niet louter een motor die de wielen doet draaien, maar wel een facilitator die nieuwe wegen aanlegt.
Al is de cloud niet enkel nuttig voor nieuwe initiatieven. Bepaalde generische diensten zoals e-mail, unified communication, een samenwerkingsplatform, kunnen perfect worden omgezet naar een cloudomgeving vindt Bruno Segers. Ook hij bevestigt dat bestaande bedrijven sowieso met een erfenis (en een hoop personeel) zitten en dat een kleine startup sneller volledig naar de cloud zal trekken.
Wel is het volgens Segers niet evident om alles netjes te integreren. Startups gebruiken diensten van Microsoft voor het ene, Dropbox voor iets anders. Maar het is zelden dat een klein bedrijf een geïntegreerde oplossing heeft. Al verwachten de panelleden dat dat een kwestie van tijd is voor die mogelijkheden er zijn.
De discussie public, private of een beetje van de twee wordt bepaald door het soort bedrijf dat naar de cloud wil. “Public omdat het kan, private omdat het moet”, vat William Visterin het samen.
“De meer eenvoudige zaken gaan naar een public cloud.” Zegt Johan Verheyen van Sogeti. “Het afgelopen jaar kwamen bijna alle vragen over integratie. Soms ga je een testplatform op een public cloud houden, maar hou je de productie van iets wel private.”
Verheyen wijst wel op de lokale touch. “Als er een probleem is met je provider heb je een lokaal aanspreekpunt nodig. Grote bedrijven nemen daarom ook niet alles af bij één grote provider, al willen ze vaak wel een single sign on voor al die diensten.”
Schaalbaarheid
Peter Oyserman van Delaware Consulting verwacht dat de publieke cloud wel veel aan belang zal winnen omdat bedrijven zo van capex naar opex kunnen gaan. “Als je bij Saas blijft, blijf je heel nauw bij het oorspronkelijke product met weinig bijkomende aanpassingen” zegt hij. “Voor ERP zien we dat de cloud veel infrastructurele services kan opvangen.” Al vlot dat nog niet zo goed. Zo zijn er een aantal ERP vendors die nog niet mee in het cloudverhaal stappen. PaaS wordt daar vandaag niet echt aangeboden.”
Oysterman wijst er op dat bedrijven vaak een variabel deel van hun business naar de cloud (PaaS of IaaS) uitbesteden. Hij spreekt daarbij over seizoensflexibiliteit, bijvoorbeeld de fiscus die in juni veel meer moet verwerken via Tax-on-web dan doorheen het jaar. Je kan in een public cloud veel sneller werken en veel makkelijker schalen. Je kan bij wijze van spreke op een half uur je publieke cloud uitbreiden, waar het aankopen en opzetten van interne infrastructuur (de private cloud) veel langer duurt en vaak omslachtiger is.
Daarmee is schaalbaarheid een van de grootste en meest voor de hand liggende troeven van een infrastructuur, software of platform dat buitenshuis draait. Hermien Heveraet van Microsoft: “Als je aan klanten vraagt wat hun aantrekt aan de technologie dan is het de schaalbaarheid. De cloud staat op één als het gaat over de workload.” Maar tegelijk beseft ze dat het concept ‘cloud’ nog niet overal bekend is. De markt ziet de voordelen, maar veel IT-afdelingen reageren afwachtend.
Beter communiceren
Tijdens het debat wordt duidelijk dat de cloud klaar is voor de enterprise, maar dat verschillende clouds, of beter gezegd cloudleveranciers, nog niet naadloos met elkaar communiceren en integreren.
Daarnaast blijft het concept cloud voor veel bedrijven een te breed en vaag begrip. Daarom is het voor een bedrijf moeilijk zich in te beelden hoe het clouddiensten kan inzetten. “We moeten duidelijker zijn in de communicatie” zegt Segers. “Wat betekent cloud en wat kan het betekenen voor uw bedrijf, dat moeten we uitleggen.”
Dat communiceren moet naar verschillende doelgroepen, want iedereen in een bedrijf moet weten wat er mogelijk is en hoe die overstap bedrijven kan veranderen. Maar moet de IT-afdeling dan ook nog worden voorgelicht? Vraagt moderator William Visterin zich af.
“Iedereen kent het woord cloud en de IT-afdeling is er van overtuigd dat het geen modeterm is. Maar ze weten nog niet hoe het allemaal werkt en onbekend is onbemind.” Zegt Hermien Heveraet van Microsoft. Volgens haar moeten we ook de stap zetten waarin de IT-afdeling meer uitprobeert met de cloud. “Vaak zeggen klanten over Azure ‘wauw daar kunnen we wel iets mee’, maar ze raken pas echt overtuigd op het moment dat ze er mee spelen en dingen uitproberen.”
Niet ‘cloud’, wel ‘oplossing’
Degrieck van Codit vult aan en zegt dat mensen niet vanuit de cloud denken. “Ze komen geen vragen stellen over de cloud, ze stellen vragen over integratie waarna wij de cloud voorstellen als oplossing.” Al kiezen de meesten wel voor een oplossing in een public cloud dan met een interne oplossing zodra ze grondig worden geïnformeerd voegt hij er aan toe.
De cloud is voor bedrijven dus geen keuze maar wel een middel. Als dat een goed middel blijkt te zijn dan ligt de weg open voor meer cloudprojecten. “De klant vraagt productiviteit en hoe je dat succesvol mogelijk maakt. Als dat lukt, dan volgt de cloud wel” zegt Oyserman. “
De rol van de CIO
De persoon die hele transitie op zich af ziet komen is zonder twijfel de CIO. Bruno Segers: “Social media is er destijds gekomen onder druk van de marketeers, maar met het cloudgebeuren ziet de CIO zijn hele bollenwinkel op de helling staan. Vaak is de redenering ‘wat we zelf doen, doen we beter’. Daarom moeten we het bijna a la carte aanbieden en vaak moet het langs de businesskant bij een bedrijf worden binnengebracht.”
Maar is de CIO dan niet bang? Als bedrijfstoepassingen buitenshuis draaien en er steeds minder infrastructuur intern wordt gehouden, dan bestaat de kans dat de CIO vreest dat zijn eigen job binnenkort wordt uitbesteed. “Dat speelt zeker mee”, bevestigt Segers.
“Het is verandering, maar niet noodzakelijk slecht” nuanceert Oyserman. “Een aantal mensen moeten zich aanpassen. Maar in mijn ogen moeten informatici al twintig jaar opschuiven en evolueren. Maar ze moeten dat zien als een uitdaging. Ze moeten meer coördineren en aansturen, in plaats van zich af te vragen of de backups wel in orde zijn.”
Volgens Oyserman is er nog wel degelijk een markt voor die mensen, maar ze moeten wel verschuiven. “Pak hen mee, coach hen en toon hen de nieuwe weg. Ook daar is een grote rol weggelegd voor communicatie.”
Al zijn we volgens Johan Verheyen al wel over het punt dat de CIO bang is voor zijn of haar job. “Die angst is er net aan het uitgeraken, de vraag naar de cloud komt vandaag veel meer van CIO’s.” Al zal hun functie naar de toekomst wel meer evolueren naar project managers of SLA managers. De job van doorsnee ontwikkelaar zal verhuizen naar het buitenland of naar gespecialiseerde bedrijven. “IT wordt zodanig gespecialiseerd dat je niet alles kan afdekken met een aantal mensen” zegt Degrieck.
De hardwaremaker verliest
Een grotere verliezer in het cloudverhaal is de hardwarefabrikant. Grote bedrijven als Microsoft, Google of Facebook ontwerpen vandaag hun eigen hardware. “Mensen van HP zijn daar ongelukkig mee want de cloud werkt daar zeer destructief”, zegt Van Hoe. “Wij (van Microsoft, nvdr) ontwerpen en zeggen tegen Dell of HP ‘dat zijn onze specificaties, maak het voor ons.’
Hardware is volgens Van Hoe gemeengoed geworden, dat wil zeggen dat serverfabrikanten weinig redenen hebben om veel duurder te zijn dan hun concurrent. Valt er een server in een groot datacenter uit, dan wordt die vervangen alsof het een reservewiel is.
“Je betaalt ook enkel voor wat je gebruikt, waardoor je als klant soms zestig tot zeventig procent minder betaalt met een cloudoplossing” zegt Heveraet. Waarmee ze de cloud afmeet met de kost van een eigen infrastructuur waarvan je altijd de volledige prijs betaalt.
In dat opzicht zorgt de cloud er voor dat elke partij, softwareleverancier, hardwaremaker, integrators, cloudaanbieders enz… van rol verandert en mits de juiste zetten zijn eigen rol kan uitbreiden. Want wie wil blijven meedraaien moet een meerwaarde bieden, anders bestaat de kans dat u wordt voorbijgelopen door een partner die morgen doet waar u vandaag in uitblinkt.
De hardwarevendor lijkt daar het meest in nauwe schoentjes te zitten. Volgens Van Hoe moeten zij zich weten te heruitvinden. Iets wat een softwarebedrijf als Microsoft naar eigen zeggen wel heeft kunnen doen.
Weg met IT
Wie vanaf nul begint, zal vandaag zijn IT vandaag volledig in de cloud opstarten. “Als je kijkt naar startups, die willen geen eigen IT meer” zegt Verheyen. “Zelfs bij bedrijven waar we het niet meteen verwachten zoals banken en de farmaceutische sector.”
Zowel Oyserman als Verheyen wijzen er op dat hun projecten niet via de IT-afdeling worden uitgevoerd maar via de business. “Mobiele apps waren vroeger een IT-zaak, vandaag zit dat vaak bij marketing” zegt Verheyen. “Maar het positieve is wel dat marketeers met technologie leren omgaan en dat de technologiemensen meer over marketing nadenken” vult Oyserman aan.
Al blijft het de uitdaging voor IT-bedrijven om meer met de businesskant dan de IT-kant van een onderneming te praten bevestigt Degrieck. Daar moeten dienstenleveranciers aan potentiële klanten duidelijk maken dat ze hen kunnen helpen met een snellere time to market, lagere kosten en minder kopzorgen.
Integratie Vs ingesloten
Een heikel punt wat eerder in het debat al aan bod kwam is de integratie. Die is er vandaag (nog) niet helemaal omdat een bedrijf vaak verschillende clouds gebruikt. Wie toch voor één cloud kiest (lees: een volledig geïntegreerde oplossing), loopt het risico van een vendor lock-in omdat je alles bij één partner moet onderbrengen.
Iedereen aan tafel lijkt het er over eens dat dit een probleem is. Maar de oplossing is niet ideaal. “Interoperabiliteit gaat geld kosten” zegt Oyserman. Ook Segers bevestigt dat.
Van Hoe: “Ik geloof wel dat er vendors zijn die het zo open mogelijk maken. Al is dat geen volledige openheid.” Het gaat dan vooral om het opzetten van standaarden. Al nuanceert Segers dat je dan weer knabbelt aan je flexibiliteit. “Soms kan je veel sneller zijn met een lock-in oplossing dan te wachten op een standaard die er pas binnen een paar jaar komt.”
Security
Moderator William Visterin vraagt zich af hoe bedrijven tegenover de cloud staan als het gaat om wetgeving en security. “Security is de eerste vraag die je krijgt, en dat is vaak onterecht” zegt Degrieck van Codit. “Waarom denkt een bedrijf dat ze dat zelf zoveel beter kunnen, dat is een vals gevoel van veiligheid.”
Al gaat het vooral om het feit dat een externe partij verantwoordelijk is voor de beveiliging van data die misschien cruciaal is. “Maar wie kan zich het best een beveiligingslek veroorloven? Een KMO in West-Vlaanderen of een technologiereus als Microsoft?” nuanceert Oyserman.
Toekomst: alles extern
Veel bedrijven moeten nog worden warmgemaakt voor het idee, maar de tijd van een interne bedrijfsserver is voorbij. Net zoals de tijd dat de IT-afdeling de beveiliging van die server verzorgt. Alles wordt te groot en complex om door één of een handvol mensen te doen.
“Voor grote projecten betrek je een externe partij die enkel met het securityluik bezig is, zij doen een audit en wij passen het aan naargelang hun bevindingen” zegt Oyserman. Je bouwt zo een soort governance luik uit. Al is dat niet altijd even duidelijk voor de klant. “Alle cloudvendors doen eigenlijk een slechte job in het uitleggen en communiceren” zegt Van Hoe. “IT doet al jaren aan outsourcing, maar nu met de cloud komt ook alles wat betreft security en het bijhouden van data bij een externe partij terecht.
Een ander aspect van de cloud is dat je niet altijd zeker weet waar je data fysiek wordt bewaard. Heveraet: “In de VS maakt het weinig uit of je data in Texas of Seattle zit want dat is één land. Bij ons is dat anders want je zit al snel in een ander land.” Al ligt de privacyfocus in datacenters volgens Van Hoe op de klant. “Is het bedrijf Frans en zit de klant in België, dan telt de privacy in België.”
Naast de vraag wie bedrijfsdata kan inkijken speelt verder nog de vraag of je als klant terug kan. Verheyen: “Het gebeurt allemaal online, wie zit daar achter? Wie is mijn aanspreekpunt als er iets misloopt en wie kan mij helpen als ik wil terugkeren?” Daar is volgens Verheyen een rol weggelegd voor bedrijven als het zijne. “Wij helpen hen om de juiste keuzes daarin te maken.
Die consultancyjob zal altijd blijven bestaan volgens het panel. Segers: “Dit beroep blijft omdat de klant altijd advies of integratie nodig heeft.”