3D-printers zijn smeerlapjes
Onderzoekers van het Amerikaanse Illinois Institute of Technology hebben ontdekt dat 3D-printers grote hoeveelheden ultrafijne partikels uitstoten. Dat geldt ook voor de printers die je als consument kan kopen voor bij je thuis of voor op kantoor.
Je hebt twee soorten huis-tuin-en-keukenprinters die allebei een ander soort plastic gebruiken: je hebt de toestellen die voorwerpen maken van polylactic acid (PLA) en je hebt er die werken met acrylonitrile butadiene styrene (ABS). De laatste soort plastic is ook degene waarvan Legoblokjes van gemaakt zijn. De printers die ABS-plastic spuiten, werken aan hogere temperatuur en blijken de lucht in huis het sterkst te vervuilen met zo’n 200 miljard partikels pet minuut. PLA houdt het bij 20 miljard partikels.
Die ultrafijne partikels kunnen ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengen, zowel hartkwalen als aandoeningen in het ademhalingsstelsel.
Het probleem is dat de printers voor thuisgebruik geen afdoende afzuig- en filterinstallatie hebben. De industriële modellen houden wel rekening met mogelijke luchtvervuiling. De onderzoekers raden dan ook af om de printers te gebruiken in kamers die onvoldoende geventileerd worden of op plekken waar de lucht niet gefilterd wordt.
Dit nieuws kan wel eens een domper op de feestvreugde zijn. Het maakt het droombeeld van zo’n 3D-printer in elk huishouden er niet waarschijnlijker op.