Datacenter en cloud zorgen voor comeback van groene IT
Het was een onderzoek dat onze collega’s van het Britse vakblad Computing enkele weken geleden voorstelden. Het blad had een rondvraag georganiseerd rond trends in IT en datacenters bij ongeveer 250 CIO’s, IT-managers en datacenterverantwoordelijken bij Europese bedrijven.
Het opvallendste resultaat ging over energieverbruik. Zo gaven de meeste respondenten (56 procent) uit de studie aan dat ze het energieverbruik in hun datacenter in de laatste vijf jaar hadden zien dalen. Terwijl ruim 10 procent aangaf dat het stroomverbruik in hun datacenter de laatste vijf jaar ongeveer gelijk bleek te zijn.
Deze bevindingen lijken opmerkelijk omdat we de laatste jaren in de (vak)media om de oren worden geslagen met berichten dat we dringend op energie moeten besparen, en niet in het minst in het datacenter. Ook al gaf één op drie aan dat het energieverbruik wél nog toenam in die vijf jaar, toch lijkt de bocht genomen. Energieverbruik lijkt onder controle en wel om deze drie redenen.
1.) Outsourcing (naar de cloud)
Meer en meer infrastructuur verhuist naar een extern datacenter. Volgens het onderzoek van Computing werden drie jaar geleden zowat 90 procent van de datacenter operaties in eigen huis gehouden. Dat percentage is vandaag gedaald tot 80 procent. “Ook in ons land is er duidelijk een trend richting externe datacenters”, vertelt Frederik Dewulf, managing director België bij InterXion, zelf een aanbieder van een extern datacenter.
Het is bijvoorbeeld alom geweten dat de meeste externe datacenters in ons land ofwel goed zijn gevuld, ofwel helemaal vol zitten. “Het is natuurlijk fijner om als uitbater van een restaurant te zeggen dat je restaurant goed gevuld is. Zoiets trekt nog meer klanten aan”, nuanceert Dewulf. “Al is de vullingsgraad ook bij ons aan de hoge kant.”
InterXion biedt een extern datacenter aan, co-locatie in het jargon, en raakt zelf niet aan de apparatuur of toepassingen van de klant. Maar deze zogenaamde randvoorwaarden zijn voor klanten cruciaal. In verhouding springt zo’n externe partij als outsourcer efficiënter om met de beschikbare energie, alleen al omdat het zijn specialiteit is.
“Klanten krijgen bij een extern datacenter een garantie op de stroomvoorziening”, stelt hij. “En daarnaast krijgen ze ook een garantie op de koeling, wat eveneens een stiel op zich is in een datacenter. “Dat is niet evident om dat als bedrijf allemaal zelf te bewerkstelligen. Naast het feit je er bijvoorbeeld voor moet zorgen dat je connecties biedt met de belangrijkste telecomoperatoren.”
Uit het Britse onderzoek van Computing blijkt dat 38 procent van de bedrijven aangaf dat de cloud, of een extern datacenter, een sleutelrol speelt in hun IT-plannen. Uitbesteden staat dus hoog op de agenda. Al blijkt tegelijk dat 56 procent van de bedrijven nog vooral focussen op hun eigen datacenter, al wordt er wel meer uitbesteed. “Meestal is het niet het één of het ander, maar een combinatie”, aldus Dewulf. “Zelf hebben wij bijvoorbeeld niet de ambitie om het hele IT-departement van een bedrijf te vervangen.”
2.) Beter energiebeheer & opvolging
De tweede reden voor de energiedaling is dat er in een datacenter minder apparatuur staat, en dat die tegelijk ook efficiënter functioneert. “Datacenters worden kleiner in oppervlakte, meer flexibel en zuiniger”, weet Stefan Boutsen, Solution Lead Containerized DC’s in Europa, Afrika en het Midden Oosten voor HP.
NaNaast de efficiëntie wordt energie gewoonweg ook beter en preciezer opgevolgd. “Je ziet bijvoorbeeld dat metingen die vroeger eerder op macro niveau gebeurden, zich meer en meer verplaatsen zich naar micro elementen in een datacenter. Zoals het verbruik in de rack of de temperatuur per rack, server of moederbord”, illustreert Boutsen.
De IT- en datacentermarkt leveren steeds meer oplossingen op dat vlak, en integreert deze ook. In het jargon heeft men het dan ook wel over een DCIM systeem (Data Center Infrastructure Management) dat niet alleen de IT-infrastructuur maar ook het energiebeheer met stroom en koeling voor zijn rekening neemt.
Ook bij de eindklant zelf is er bovendien een toenemende bewustwording rond energieverbruik. “Meer en meer dossiers voor nieuwe of vernieuwde datacenters hechten belang aan de TCO of Total Cost of Ownership van de IT infrastructuur op basis van hun elektriciteitsverbruik”, vertelt hij.
“Zelf stellen wij meer en meer energiespecialist en/of power advisors ter beschikking van onze klanten. En bij zo goed als alle nieuwe datacenter dossiers, wordt in de verschillende design fasen getoetst aan hun PUE impact.”
Waarmee Boutsen wijst op het toenemend belang van PUE, wat staat voor power usage effectiveness. Het is een factor die weergeeft hoeveel stroom in totaal wordt verbruikt in verhouding met de stroom die alleen voor de computers wordt gebruikt. In een traditioneel datacenter bedraagt de PUE ongeveer 1,5. Al streven de meeste uitbaters van (nieuwe) datacenters richting 1 te gaan.
3.) Virtualisatie
De derde reden voor de daling van het energieverbruik in de voorbije vijf jaar is virtualisatie. Met virtualisatie breekt u de directe link tussen uw fysieke infrastructuur en de applicaties die erop draaien.
Vroeger draaiden één applicatie en één besturingssysteem rechtstreeks op de hardware van een server. Dat kwam er meestal op neer dat u per grote applicatie een machine nodig had. Met virtualisatie installeert u op die server een extra laag die als buffer dient tussen de infrastructuur en de applicaties.
Dat brengt dan onder meer met zich mee dat u meer applicaties en zelfs meerdere besturingssystemen naast elkaar op één server kunt draaien. En eigenlijk in uw gehele datacenter dus minder servers, of andere apparatuur, nodig heeft.
Ook al bestaat virtualisatie al enkele jaren, toch lijkt het fenomeen zich in ons land pas nu echt te manifesteren. “Momenteel is het nog altijd een vooraanstaande trend in het datacenter”, oppert Frederik Dewulf. “Sommigen staan hier al ver in, andere nog niet.” Waardoor er ook betreffende energiebesparing nog ruimte lijkt voor verbetering. Afspraak binnen een volgende vijf jaar.