Snelheidswinst van supercomputers neemt af
De snelheid waarmee supercomputers zich door hun berekeningen jagen, stijgt al tientallen jaren, maar de rek in snelheidswinst lijkt er stilaan uit te zijn.
Uit de top-500 van snelste supercomputers, die elk half jaar geüpdatet wordt bij de start van twee supercomputerconferenties, blijkt dat de gecombineerde snelheid van alle machines steeg van 250 petaflops in november 2013 tot 274 petaflops in juni 2014.
Dat is een “merkbare vertraging in de groei”, zo zeggen de onderzoekers die de top-500 samenstellen.
Biljarden berekeningen per seconde
De petaflops slaan op het aantal biljard drijvende komma-berekeningen die een supercomputer per seconde kan uitvoeren. Voor de derde keer op rij is de Tianhe-2 in het National Supercomputer Center in het Chinese Guanzho de snelste machine. Op één seconde doet hij 33,86 petaflops of 33.860.000.000.000.000 drijvende komma-berekeningen.
Supercomputers worden ingezet voor uiterst zware computertaken zoals het simuleren van nucleaire explosies, het opstellen van klimaatmodellen, het berekenen van vliegtuigaerodynamica, hersenonderzoek en het bestuderen van materialen op moleculair niveau. De machines worden meestal in verschillende kamers ondergebracht en verbruiken gigantische hoeveelheden elektriciteit.
Supercomputers als Tianhe-2 en andere koplopers worden nog elk jaar merkbaar sneller, maar onderaan de lijst is die snelheidswinst heel wat bescheidener, wat er op wijst dat de marktdynamiek voor topmachines en de iets mindere goden toch verschillend is. De installatie van enkele zeer grote systemen heeft de verminderde groeicurve met kleinere machines wel voor een deel uitgewist, zeggen de onderzoekers.
“De performantie van het laatste systeem op de lijst hinkt consequent achter op de historische groei van de laatste vijf jaar”, zo klinkt het bij de samenstellers. Die laatste machine gaat er op dit moment jaarlijks met zo’n 55% op vooruit. Tussen 1994 en 2008 was dat nog 90% per jaar.
VS op kop, China rukt op
De grootste gebruiker van supercomputers blijft de VS met 233 van de 500 opgenoemde systemen. In vergelijking met het vorige halfjaar daalde dat aantal wel met 32 stuks. China steeg van 63 naar 76 supercomputers. Dat is bijna net zoveel als de grote Europese landen samen: het VK heeft er 30, Frankrijk 27 en Duitsland 23.
Het leeuwendeel van de machines (427 om precies te zijn) wordt aangedreven door Intel-chips. In de top-10 is daarnaast de Blue Gene/Q-technologie van IBM dominant, die komt voor in de nummers 3, 5, 8 en 9.