FBI: Noord-Koreaanse hackers waren slordig

De proxyservers waarmee de hackers van Sony Pictures hun sporen probeerden te verbergen, stonden verschillende keren niet aan of functioneerden niet. Daardoor konden de IP-adressen die gebruikt werden voor de aanval, getraceerd worden naar Noord-Korea.

Dat heeft FBI-topman James Comey gezegd op een evenement aan de Fordham University in New York. Volgens Comey sloten de hackers meteen de verbinding af toen ze hun vergissing ontdekten, maar toen was het al te laat.

[related_article id=”161920″]

Weinig twijfel meer
Volgens de FBI is er nog weinig twijfel dat Noord-Korea wel degelijk de aanval uitvoerde, onder meer door de slordige aanvalsmethodes. Er is een mogelijkheid dat ook de servers in Noord-Korea proxyservers waren om de aanvallers te beschermen, maar de FBI zegt nog andere, bijkomende bewijzen te hebben dat de aanval uit het communistische land kwam, waaronder gedragsanalyses van de aanvallers en eigen simulaties.

Bijkomende sancties
Ook president Obama is ondertussen overtuigd van de betrokkenheid van Noord-Korea. Enkele weken geleden noemde hij al specifiek de naam van het land als de schuldige voor de cyberaanval en hij heeft Noord-Korea dan ook bijkomende sancties aangesmeerd als straf. 

Een rapport van het Zuid-Koreaanse ministerie van Defensie van begin december, schat dat er momenteel ongeveer 6.000 Noord-Koreaanse militairen zich bezighouden met cyberoorlogen. In hetzelfde rapport wordt ook gewaarschuwd voor de steeds grotere nucleaire capaciteiten van het land.

Geen gevoel voor humor
Director of National Intelligence James Clapper, die ook op het evenement in New York sprak, verwees nog even naar de film The Interview, de aanleiding voor de hele heisa. Volgens Clapper had hij de film pas gezien en was het hem duidelijk dat “de Noord-Koreanen geen gevoel voor humor hebben.”