Europese Unie wil Google straffen voor oneerlijke concurrentie
De Europese mededingingsautoriteit zet zijn plan door om een officiële klacht in te dienen tegen Google. Volgens de Wall Street Journal heeft eurocommissaris Margrethe Vestager dat dinsdag besloten na overleg met Jean-Claude Juncker, president van de Europese Commissie. Het is de grootste zaak van de Europese Unie sinds de zaak uit 2004 waarin het Microsoft ter verantwoording riep.
De aanklacht volgt na een vijf jaar durend onderzoek waarin de Europese Commissie heeft gekeken naar de manier waarop het bedrijf zaken doet. De vraag is of Google de dominantie van zijn zoekmachine gebruikt om zijn eigen diensten – als YouTube en Google+ – oneerlijk te promoten ten opzichte van diensten van de concurrentie.
[related_article id=”158901″]
De start van het onderzoek was in 2010, maar het is regelmatig stilgelegd omdat de Europese Commissie het niet eens kon worden over de eis. Zodra de aanklacht officieel is ingediend, krijgt Google tien weken de tijd om reageren. De boete kan oplopen tot tien procent van de wereldwijde verkopen van het bedrijf. Dat is een bedrag van meer dan 6 miljard euro.
Het onderzoek brengt duidelijk Googles wijdverspreide invloed aan het licht. De toezichthouders maken zich zorgen hoe de zoekreus zijn macht gebruikt. In Europa heeft Google ongeveer negentig procent van de zoekmachinemarkt in handen.
De verwachting is dat de commissie een apart onderzoek start naar Googles Android, "s werelds populairste mobiele besturingssysteem. Daarbij wordt gekeken of het bedrijf oneerlijk voorwaarden stelt aan fabrikanten om eigen apps voorkeur te geven boven die van de concurrentie. Dit staat in de Financial Times te lezen.
“Zoals je begrijpt is dit heel vervelend nieuws”, schrijft Google in een memo aan zijn personeel volgens Recode. “Te meer voor het zoekteam dat altijd hard gewerkt heeft om onze gebruikers al zestien jaar lang een goede ervaring te geven.” Verder is in het memo te lezen dat Google in beide zaken sterk staat. Naar de buitenwereld toe wil het bedrijf niet reageren.