Brillo: Android voor internet der dingen

Google zit graag in je huiskamer. De Nest-thermostaat is wat dat betreft niet genoeg: als het aan de internetgigant ligt dan wordt het hele internet der dingen binnenkort bestuurd door een besturingssysteem van eigen maak. Brillo is volgens The Information aan Android gelinkt, maar wordt ontworpen om op heel sobere toestellen te werken. 64 of zelfs 32 MB RAM zou volgens anonieme bronnen volstaan.

I/O

Officieel zal de Brillo-code gelanceerd worden op Googles I/O-event volgende week. Het is de bedoeling dat de code zowat alles zal aansturen, van slimme sloten en camera’s tot rookdetectors en bewegingssensoren. Een universeel IoT-OS heeft zeker zijn voordelen. Vandaag zijn er al heel wat connected devices op de markt, maar onderlinge compabiliteit blijft een probleem. Met Brillo zou je als consument weten dat je slimme toaster zonder problemen kan praten met je slimme verlichting, om bijvoorbeeld een Pink Floyd-waardige lichtshow te starten wanneer de toast klaar is.

Brillo moet compatibel zijn met Nest, maar het wordt zijn eigen OS. Wat dat impliceert voor de toekomst van de slimme thermostaat is onduidelijk. Mogelijks krijgt de lijn van Nest-toestellen in de toekomst een upgrade naar een nieuw onderliggend besturingssysteem, al zou het net zo goed kunnen dat compabiliteit tussen de twee systemen gegarandeerd blijft.

Tegenstand

Hoe handig zo’n universeel OS ook is, Google lanceert het niet vanuit filantropische overwegingen. Wie zich nu in de meeste verbonden toestelletjes kan wringen, zit gebakken voor de toekomst, en dat weten ook andere technologiereuzen. Zo kondigde Huawei zopas LiteOS aan met hetzelfde doel als Google. LiteOS zou nauwelijks 10 kilobyte in beslag nemen. Zowel Google als Huawei zien fabrikanten wereldwijd eigen hardware ontwikkelen, die vervolgens wordt aangestuurd met hun software als ruggengraat. Ook Samsung wil compabiliteit in het internet der dingen verzekeren.

Het ziet er dus naar uit dat een geünificeerd systeem niet voor de nabije toekomst is. Vermoedelijk zal de grote waaier aan besturingssystemen minder divers worden, maar een echt universele standaard is niet voor morgen. Dat zou immers impliceren dat verschillende grote spelers hun eigen OS aan de kant schuiven in het voordeel van een besturingssysteem van de concurrentie, en dat zit er niet meteen aan te komen. Veel fabrikanten voelen zich al genoeg verwoven met Google dankzij Android.