Facebook spelt België de les over eigen taalwet
De juridische oorlog tussen de Belgische privacycommissie en Facebook woedt voort. Het sociale netwerk vecht in hoger beroep het eerste vonnis aan en doet dat met een wel zeer origineel argument: de Belgische taalwet. Dat bericht De Tijd.
In november vorig jaar werd Facebook door de Brusselse rechtbank van eerste aanleg gedwongen om in België te stoppen met het volgen van het surfgedrag van niet-gebruikers via sociale plug-ins. De Belgishce privacycommissie had het sociale netwerk voor die praktijken voor de rechtbank gedaagd.[related_article id=”173714″]
Facebook ging in beroep tegen de uitspraak en gooit daar nu een nieuw argument voor in de strijd. Volgens Facebook kan het vonnis nietig worden verklaard op basis van een schending van de taalwet. De taalwet vereist dat advocaten het Nederlands als proceduretaal hanteren en volgens het sociale netwerk geldt dat net zo goed voor de rechter. Die zijn vonnis staat echter bol van de Engelse termen, zoals browser, cookie en homepage.
Koekje
In zijn verzoekschrift stelt Facebook dat het vonnis integraal in het Nederlands moest worden geschreven, en dat een vertaling van deze Engelse woorden nodig was. Het doet daarbij zelfs suggesties voor vertalingen. Zo stelt het als Nederlands alternatief voor browser het woord ‘internetsnuffelaar’ voor, wat licht ironisch klinkt gezien de praktijken waar Facebook voor wordt veroordeeld. Cookie wordt dan weer ‘koekje’, al had ‘kruimeltje’ misschien toepasselijker geweest.
Je zou kunnen argumenteren dat Facebook als technologiebedrijf die Engelse termen sowieso wel begrijpt, maar die vlieger gaat volgens advocaat Dirk Lindemans, die Facebook Belgium vertegenwoordigt, niet op. “Het is een vereiste dat justitie voor iedereen verstaanbaar is. Anders krijg je een hellend vlak richting klassenjustitie”, reageert hij tegenover De Tijd. Een snelle blik in de Van Dale leert echter dat woorden als browser en homepage ondertussen zo wijdverspreid zijn dat ze als onderdeel van de Nederlandse taal worden beschouwd.
Bevoegdheid
Het valt dus af te wachten of het taalargument stand zal houden voor het Brusselse hof van beroep. Facebook heeft echter nog een aantal andere argumenten het arsenaal om zijn gelijk te halen.
Zo trekt het sociale netwerk de bevoegdheid van de Belgische privacycommissie in twijfel. De verwerking van gegevens van Belgische – en andere Europese – gebruikers gebeurt immers op de Europese hoofdzetel in Dublin, en dus zou het Ierse recht volgens Facebook van toepassing moeten zijn. Daarnaast blijft Facebook er op hameren dat het verzamelen van informatie via zijn plug-ins noodzakelijk is om de beveiliging van het sociale netwerk te verbeteren.