iPhone SE kost dubbel zoveel als de productieprijs
Wie een iPhone SE van Apple gaat kopen, mag nu al weten dat hij de helft meer betaalt dan eigenlijk nodig. Het consumentenelektronicabedrijf IHS heeft namelijk een analyse gemaakt van de onderdelen van de nieuwste telg in het iPhone-geslacht, en kwam tot de conclusie dat de SE maar een 160 dollar kost om te maken, omgerekend zo’n 140,5 euro. En dat terwijl Apple eigenlijk simpelweg onderdelen recycleert.
In de VS gaat de iPhone SE over de toonbank voor zo’n 400 dollar, btw niet meegerekend. Alles opgeteld komt die prijs bij ons op 489 euro. Apple maakt per toestel dus zo’n 240 dollar winst. De productieprijs ligt iets lager dan bij volledig nieuwe modellen, aangezien Apple maar weinig nieuwe onderdelen moet laten aanrukken.
Zo gebruikt de iPhone SE een bijna exacte kopie van de behuizing van de 5S, terwijl de camera’s en processor overeenkomen met die van de 6S. De enige echte toegeving die een gebruiker moet doen, is 3D Touch en genoegen nemen met een mindere resolutie – wat ook niet zo erg is door het kleinere scherm.
Het zijn stijle cijfers die IHS hiermee bekend maakt. En dat in een tijd waarin heel wat Aziatische merken als OnePlus, Xiaomi en Lenovo hun best doen om een toestel zo goedkoop mogelijk aan te bieden, en daarbij een heel deel van de winst laat vallen. Het is natuurlijk een sterk staaltje marketing van Apple als het slaagt in zijn opzet.