NASA redt Kepler-telescoop uit noodtoestand

Zo’n 120 miljoen kilometer van ons vandaan zweeft de Kepler Space Telescope rond door de ruimte. Hierdoor kan de telescoop als geen ander planeten in andere sterrenstelsels opsporen. Het onbemande toestel werd in 2009 de ruimte in gestuurd en in 2012 werd er besloten om de telescoop nog tot minstens eind 2016 te gebruiken. Door ongekende redenen belandde Kepler eerder deze maand echter in een noodtoestand, waardoor de missie wel eens vroegtijdig afgelast diende te worden.

Wanneer Kepler in een noodtoestand verkeert, voert het een minimum aan taken uit en verbruikt het erg veel brandstof. Brandstof is een kostbaar goed in de ruimte, waardoor de knappe koppen van NASA zo snel mogelijk met een oplossing op de proppen dienden te komen. Daarom kreeg het Kepler-team prioritaire toegang tot het Deep Space Network, een telecommunicatiesysteem van NASA.

De ingenieurs van NASA slaagden erin de antenne van het toestel richting de aarde te richten. Hierdoor kon de data van de telescoop worden gedownload. Het Kepler-team onderzoekt de verkregen data om te achterhalen wat de oorzaak van het probleem was. NASA zal beslissen of het de telescoop terug in wetenschapsmode laat opereren eenmaal het alle data heeft gecontroleerd.