Hoe Lenovo de mobiele markt wil aanvallen
Lenovo is de grootste pc-fabrikant ter wereld, maar beseft dat het zijn eieren niet in één mand mag leggen. Hoewel de pc-markt nog steeds goed is voor een volume van 200 tot 250 miljoen verscheepte toestellen per jaar, is de markt al enkele jaren aan het krimpen. Het Chinese bedrijf richt zijn pijlen daarom ook op infrastructuur, onder meer met de overname van IBM’s serverdivisie, en de mobiele markt.
Op die mobiele markt is Lenovo zowel onder eigen naam aanwezig, als onder de merknaam Moto, die het heeft geërfd met de overname van Motorola. Momenteel vecht het bedrijf om zijn positie in de top vijf van de zeer competitieve smartphonemarkt te behouden en versterken. In de EMEA-regio’s nam het aantal verscheepte telefoons jaar over jaar met 29 procent toe, en ook de herkenning van de merken Lenovo en Moto zit in stijgende lijn.
Met 2 miljard verkochte smartphones per jaar op een totaal van 7 miljard aardbewoners, raakt de smartphonemarkt echter stilaan verzadigd. Fabrikanten gaan dus volop op zoek naar manieren om zich op deze markt te onderscheiden en de consument naar zich toe te trekken. Op zijn eigen Tech World-conferentie in San Francisco toonde Lenovo twee manieren waarop het dat wil doen.
Enerzijds lanceerde het de Phab2 Pro onder het Lenovo-merk, de eerste augmented reality-smartphone voor consumenten op basis van Googles Project Tango. Daarnaast toonde het ook de Moto Z, een telefoon die de manier waarop we onze smartphone gebruiken moet veranderen, door de creatie van een ecosysteem van modulaire accessoires die je op het toestel kan vastklikken. Als voorsmaakje naar de toekomst toe, kregen we ook een blik op enkele plooibare prototypes waar het bedrijf aan werkt.
