Doorprik de wifi-illusie: dure routers helpen niet
Mijn huis is de afgelopen weken een baken van wifi geworden. In totaal hebben 20 routers alle ruimtes voorzien van wifi, de éne al wat beter dan de andere. De goedkoopste kost 79 euro, de duurste een absurde 449 euro. Allemaal hebben ze overuren gedraaid om in elke uithoek van mijn huis te meten wat het bereik was. Het resultaat was behoorlijk ontnuchterend: een router van 89 euro wint de prijs van beste wifibereik. Hoe kan zoiets?
Iedereen 2,4 GHz
Het is eerst belangrijk om goed te begrijpen dat wifi vandaag de dag opgesplitst is in twee frequenties: 2,4 GHz en 5 GHz. De nieuwe 802.11ad-standaard voegt daar 60 GHz bij voor superhoge snelheden dichtbij de router, maar er is tot nu toe maar één router commercieel beschikbaar en geen enkele ontvanger. Hoe hoger de frequentie, hoe minder ver het bereik. 2,4 GHz geraakt het verst in nagenoeg elke test, met hier en daar een uitzondering. Gelukkig is er tot daar het gezonde verstand dat wint.
Elke router vandaag de dag, van de allergoedkoopste tot de duurste, ondersteunt 2,4 GHz als wififrequentie. Dat komt omdat elke ontvanger ook die frequentie ondersteunt. Het is de algemene standaard die je overal terugvindt in elk toestel. Ongeacht wat de doos je ook maar vertelt: hoger dan de theoretische snelheid van 1.000 Mbps vind je ze niet op de markt. In de praktijk is 100 Mbps veel realistischer wanneer je praktisch naast de router staat. Best-case scenario dus. Hoe groter de afstand, hoe trager de snelheid.
Dubbele 5 GHz
Haast elke budgetrouter vandaag de dag ondersteunt dual-band, wat betekent dat er naast een 2,4 GHz-signaal ook een 5 GHz-signaal wordt uitgezonden. Die laatste zorgt voor hoge theoretische snelheden tot 2.166 Mbps, maar die reikt wel minder ver door de hogere frequentie. In de praktijk merkte ik dat de 2,4 GHz-frequentie regelmatig door mijn betonnen muur naar buiten raakte, terwijl het 5 GHz-signaal rustig binnen bleef zitten. De maximumsnelheid die wij konden meten op 5 GHz bedraagt 340 Mbps.
Wie vandaag heel veel geld uitgeeft, minimum 300 euro, haalt een superdeluxe tri-band router in huis met een tweede 5 GHz-band aan maximum 2.166 Mbps. Goed nieuws? Heel soms. Het aantal toestellen dat de 5 GHz-frequentie ondersteunt groeit elke dag, maar zeker in de budgetcategorie is 5 GHz het eerste wat verdwijnt in de toestellen. De kans dat je in huis twee toestellen op de 5 GHz-frequentie helemaal wil maximaliseren, is bijzonder klein. Wie het wil en kan, zal pieken zien van 610 Mbps wanneer we beide frequenties optellen. Leuk dat het kan, maar de kans dat je het nodig zal hebben of kan realiseren is heel klein in een thuissituatie.
Zwarte magie
In een notendop weet je nu hoe je een router kan analyseren op specificaties. Wil je pure prestaties? Dan is een tri-band router jouw mekka onder voorbehoud dat je meerdere toestellen via wifi zwaar gaat belasten. Anders is een degelijke dual-bandrouter net zo goed met een snelle, ruime 5 GHz-frequentie. Een duurdere router heeft dikwijls extra functies aan boord als QoS, DMZ, downloader, USB-sharing of VPN-functie aan boord, wat jouw keuze ook kan beïnvloeden.
Wil je het beste wifibereik? Dan kan ik je niet helpen. In principe kan dat elke router zijn die 70 euro of meer kost. Het grootste wifibereik wordt bepaald door de 2,4 GHz-band, en net die is bij haast elke router gemaximaliseerd naar een theoretische snelheid tussen de 400 en 1.000 Mbps. Een groot verschil, maar in de praktijk is 100 Mbps realistisch met hier en daar een uitschieter naar 130 Mbps. Het snelste moet dan het beste zijn zou je denken. Helaas kan je wifi vergelijken met zwarte magie: moeilijk in te schatten.
Duurder is geen oplossing
Een specifieke router van 89 euro met een maximale snelheid van 400 Mbps op de 2,4 GHz-band veegt de vloer met een toprouter van 449 euro met een snelheid van 1.000 Mbps op zowat elk meetpunt in huis. Hoe groter de afstand tussen router en ontvanger, hoe extremer het verschil merkbaar werd. Daar zit je dan met een peperdure router die je extreme snelheden beloofde. Snelheid staat absoluut niet gelijk aan wifibereik, maar daarover zwijgen de routerfabrikanten liever. Hogere cijfers is leuker voor het marketingdepartement, terwijl het wifibereik wordt doodgezwegen omdat die op de maximaal benutte 2,4 GHz-frequentie zit.
Wifi valt heel moeilijk te meten en elke thuissituatie is weer anders. Wie een beter wifibereik wil in huis, investeert best niet in een dure router. Een dual-bandmodel van gemiddeld 80 euro is het absolute minimum vandaag de dag, maar eens je dat in huis hebt kan je weinig extra wifibereik winnen. Is de wifisnelheid bij goed bereik een probleem? Dan kan een nieuwe router wel helpen, ook al moet je dan niet de prijsgrens van 100 euro overstijgen omdat de hogere theoretische winst amper vertaalt naar levensechte prestaties.
Mesh-toekomst
Wie zijn wifibereik wil vergroten, moet geen nieuwe router kopen om een andere te vervangen, maar een nieuwe kopen om als access point het bereik te vergroten in huis. Dat laatste kan enkel wanneer je een ethernetkabel in huis hebt voorzien waar de tweede router mag staan. Wie dat niet heeft voorzien, kan experimenteren met powerline setjes wanneer het huis niet te oud is (jonger dan 25 jaar). Anders heb je het risico dat de setjes niet naar behoren werken door een ouder elektrisch kabelnetwerk, met een veel te lage snelheid als resultaat.
[related_article id=”211278″]De laatste oplossing is een wifirepeater, maar die moet je echt aanzien als noodoplossing. Zo’n repeater neemt je wifiverbinding die het kan ontvangen, en verlengt dat aan een flink verminderde snelheid. Prima om het bereik te vergroten, maar niet op vlak van prestaties.
De heilige graal wanneer je een wifiprobleem hebt, zal in 2017 eindelijk een definitieve doorbreken: mesh-technologie. Dankzij een slimme cluster van routers die met elkaar babbelen, krijgt je een complete wifidekking en blijf je maximale prestaties behouden. De setjes zijn niet goedkoop, Linksys en Netgear lanceren sets mettwee ontvangers aan respectievelijk 499 en 439 euro, maar de eerste resultaten zijn veelbelovend. Wie dus met grondige wifiproblemen zit, ziet hopelijk binnenkort licht aan het einde van de tunnel.