Apple wil Chinese fooien inpikken
Apple wil een deel van de Chinese fooien opeisen. Wie in China een app gratis downloadt en die goed vindt, is bijna cultureel verplicht een kleine donatie of fooi te betalen aan de ontwikkelaar van die app. Op die manier wordt dankbaarheid geuit, wat sterk aangemoedigd wordt door de gemeenschap die gebruik maakt van WeChat – de Chinese WhatsApp-tegenhanger.
Zowat iedereen die in China toegang heeft tot internet maakt gebruik van WeChat, goed voor honderden miljoenen gebruikers. WeChat is meer dan een sociaal medium: het is een ecosysteem aan ingebouwde apps. Wie iets wil bestellen, betalen, lezen of opzoeken gebruikt daar WeChat voor, je kan het bijna vergelijken met een besturingssysteem op zich.
Apple realiseert zich nu hoe groot de markt daar is en wil zijn graantje meepikken. Het veranderde daarom zijn gebruiksovereenkomst; elke donatie oof fooi wordt nu gezien als een ‘in-app purchase’. Dat wil zeggen dat Apple aanspraak maakt op dertig procent van het geschonken bedrag. Wie daar niet mee akkoord gaat, riskeert verbanning uit de App Store.
De reacties in China zijn unaniem furieus. Voornamelijk op WeChat krijgt het Amerikaanse bedrijf heel wat kritiek te verwerken, schrijft The Wall Street Journal. Zonder zijn deel van de donaties verdient Apple momenteel al ruim twee miljard dollar per jaar aan in-app-aankopen. De winst uit een van de meest lucratieve markten ter wereld is echter dalende, waardoor Apple het nu waagt zich de woede van het Chinese volk op de hals te halen. Het is een gewaagde zet die Apple’s positie ten opzichten van lokale smartphonemerken wel eens verder onder druk kan zetten.