Microsoft Azure schuift Intel opzij in ruil voor AMD Epyc-servers
In een markt die bijna monopolistisch gedomineerd wordt door Intel, schud Microsoft de kaarten door elkaar door voor AMD te kiezen. AMD kondigde eerder dit jaar een line-up van Epyc-serverprocessors aan. Opvallend, aangezien server en Intel Xeon het afgelopen decennium vrijwel synoniem waren. Een goed product volstaat natuurlijk niet om in de servermarkt binnen te breken: je hebt partners nodig. Dat Microsoft nu op de kar van AMD springt door AMD Epyc-storageservers aan te bieden via Azure, is dan ook een flinke duw in de rug van de processorboer.
Concreet lanceert Microsoft een nieuwe versie van de L-serie van virtuele machines, die opslag als hoofddoel heeft. De Lv2-servers zullen draaien op de AMD Epyc 7551-cpu, die een basiskloksnelheid van 2,2 GHz met een turbosnelheid tot 3 GHz naar de tafel brengt. De 128 ondersteunde PCIe-lanes per processor waren doorslaggevend voor de keuze van Microsoft. Het aantal PCIe-lanes is rechtevenredig met de hoeveelheid supersnelle NVMe-SSD’s die je kan aansluiten. Dat één cpu van AMD meer SSD’s ondersteunt van één van Intel, maakt de chip zo aantrekkelijk voor een snelle storage-server.
Het is goed om te zien dat Microsoft er niet voor terugschrikt om naar AMD te stappen wanneer de producten van die laatste zich beter lenen tot bepaalde workloads. AMD heeft van zijn kant partners als Microsoft Azure nodig om aan te tonen dat het een geslaagde comeback heeft gemaakt, en ook in serverland opnieuw een volwaardige concurrent is voor team Intel.