Russen zaten achter de NotPetya-aanval, volgens Amerikanen en Britten

Volgens de Britse regering is Rusland schuldig aan de NotPetya-aanval die vorig jaar vele slachtoffers maakte. Volgens Tariq Ahmed, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, moest de ransomware Oekraïne destabiliseren. De gijzelmalware zou voornamelijk gericht zijn geweest op de overheid, banken en energiesector. Kort daarop volgde eveneens een formele beschuldiging van het Witte Huis.

Voor de beschuldiging baseerde het Verenigd Koninkrijk zich op de expertise van het Britse National Cyber Security Centre. Deze beveiligingsdienst claimt dat het Russische leger ‘zo goed als zeker’ achter de aanval zit. Op welke argumenten ze haar redenering staaft, maakt de dienst niet publiek. Dat Rusland achter de NotPetya-aanval zou zitten, is echter geen verrassing. Meteen na de aanval wees de overheid van Oekraïne al het imperium van Putin aan als het meesterbrein achter de ransomware.

Het Witte Huis steunt de verklaring van de Britten. “Het Rusissche leger is verantwoordelijk voor de meest vernietigende en duurste cyberaanval ooit”, schrijft de Amerikaanse regering. “Het doel van het Kremlin was om de samenleving in Oekraïne te ontregelen. Niet enkel Oekraïne, maar ook Europa, Amerika en Azië leden veel economische schade door deze actie.”

Boekhoudsoftware

NotPetya was een ransomware-aanval die vorig jaar vele slachtoffers maakte. Als gevolg van de gijzelsoftware lag Oekraïne nagenoeg plat, maar ook in andere delen van de wereld stapelden de slachtoffers zich op. Microsoft sprak van ongeveer 20.000 systemen, waarvan zeventig procent in Oekraïne. Het geïnfecteerd goedje werd verspreid via de populaire boekhoudsoftware MEDoc. 2017 was eerder al in de ban van een andere grootschalige cyberaanval, de WannaCry-ransomware.