Revolutie in Silicon Valley
Geen eigenbelang
Je zou misschien denken dat de werknemers van Google, Microsoft of Amazon zouden ijveren voor betere werkomstandigheden. – Nu ja, de magazijniers van Amazon doen dat alleszins wel. Op Prime Day legden ze nog overtuigd het werk neer in magazijnen over heel Europa omwille van een te hoge werkdruk. Amazon heeft dat niet gevoeld. Prime Day verbrak nog steeds alle records. Tot spijt van wie het benijdt.
Vaak echter, is het de werknemers niet om betere werkomstandigheden te doen. Werknemers bij Google of Microsoft lijken zich helemaal niet druk te maken over een hoge werkdruk of over betere voorwaarden. Die zaken lijken zover van hun bed te liggen dat de meeste Google of Microsoft-werknemers geen ervaring hebben met vakbonden en helemaal niet de neiging voelen om zich te verenigen.
“Waarover”, zul je denken, “zijn de techies in Silicon Valley dan wel bekommerd?”. Vaak zijn dat problematieken van een heel andere aard. Toen Microsoft in volle ‘scheid eens een Mexicaans kind van zijn ouders’ periode aankondigde dat het ging samenwerken met de Amerikaanse douane, kreeg Satya Nadella prompt een open brief toegestuurd van verontwaardigde Microsofties die met dat alles niets te maken wilden hebben. Hoewel de technologie die de werknemers ontwikkelen eigendom is van Microsoft, blijft het moeilijk om je er niet ethisch aan verbonden te voelen.
Jonge beweging
Dat politiek activisme binnen de technologiewereld bestaat nog niet zo lang. Een van de redenen was altijd het ontbreken van de juiste vaardigheden om een politieke beweging van de grond te krijgen. Organisaties zoals de Tech workers coalition en coworker.org helpen techies bij het aanleren van nieuwe skills zoals consensus building, het opstellen van efficiënte petities en het zichzelf beschermen onder arbeidsrecht.
De werknemers bij technologiereuzen zijn opvallend ideologisch georiënteerd, en deinzen er niet voor terug om hun recent verkregen invloed te gebruiken als hefboom voor sociale en ideologische problematieken in de maatschappij waarin ze leven. Ook meer gevestigde waarden zoals Amnesty International en Human Rights Watch krijgen steeds meer voet aan wal in Silicon Valley en helpen op die manier werknemers die bepaalde problematieken willen aankaarten bij hun werkgever.
Wraakroepend
Een eerste opstoot van onrust kwam er meteen na de presidentsverkiezingen van 2016. Toen werd duidelijk hoezeer het digitale verstrengeld is met het politieke. Zuckerberg verscheen voor de Amerikaanse senaat en de Europese Commissie en voorzag geen van beide van een sluitend antwoord omtrent Cambridge Analytica en Russische trollen.
Een paar maanden later werd hij uitgeroepen tot derde rijkste man ter wereld, na Jeff Bezos en Bill Gates, beide toevallig ook technologiegiganten. Wraakroepend, zelfs voor hardcore techies met een verregaande bewondering voor Zuckerberg.
Die titel moest Zuckerberg echter al snel inleveren: toen eind juli de kwartaalcijfers van Facebook bekend raakten, viel hij prompt terug naar de zesde plaats. Facebook had sterk verlies geleden. Noem het de eerste grote zege van de GDPR.
De eerste echte overwinning
De gebeurtenissen met Facebook hadden niet alleen gezorgd voor een sterker privacybewustzijn; ook het politiek activisme in The Valley kwam erdoor in een stroomversnelling terecht. Hoewel Microsoft- en Amazonwerknemers de laatste tijd steeds meer van zich laten horen, was de eerste echte overwinning op de grote technologiebonzen zonder twijfel voor de werknemers van Google. (Facebook-werknemers hebben het nog even te druk met zich zorgen te maken over hun recent afgeschafte gratis maaltijden.)
Toen een aantal maanden geleden bij Google-werknemers bekend raakte bekend dat Google een samenwerking was aangegaan met het Pentagon, barstte de bom. De technologiegigant zou cruciale AI-technologie verschaffen aan het Amerikaanse leger om zo hun drones te optimaliseren.
Hoewel Google altijd prat gaat op haar open werkcultuur, werden de werknemers vreemd genoeg niet ingelicht, en kwamen ze het nieuws pas veel later te weten; weken nadat Google het samenwerkingscontract met het Pentagon al was aangegaan. Veel werknemers gaven aan geschokt te zijn door de beslissing, een aantal onder hen stapten zelfs op uit protest. “Want”, zo luidde hun reden, “hoe kunnen we nu ooit zeker weten dat technologie die wij hebben ontwikkeld niet wordt gebruikt om onschuldige doelwitten uit te schakelen?”
De argumenten tegen het gebruik van kunstmatige intelligentie voor militaire technologie waren en zijn nog altijd legio. Zo zal in het geval van Google de AI worden gebruikt om bepaalde ‘verdachte’ doelwitten te seinen. Die moeten dan later door menselijke krachten verder worden opgevolgd. Maar met een steeds evoluerende technologie, is de kans groot dat we na een tijd volledig op AI gaan steunen bij militaire technologieën, ook voor het uitschakelen van doelwitten. In zo’n scenario zijn de gevolgen niet te overzien. De Google-werknemers wilden dan ook tijdig aan de alarmbel trekken.
Zo verenigden verschillende werknemers zich, en schreven ze een open brief aan het adres van Sundar Pichai. Meer dan 4000 werknemers van de internetgigant ondertekenden de petitie, in angst dat hun technologie zou leiden tot geautomatiseerd moorden. Want hoewel de werknemers voor Google werken, en de technologie per definitie intellectueel eigendom is van Google, blijven ze zich ethisch verbonden voelen aan de technologie die zij ontwikkeld hebben. En het laatste wat ze willen, is medeplichtig zijn aan digitale drama’s. Dan nog maar liever hun ontslag riskeren.
De werknemers haalden hun slag thuis, en Pichai besloot om het contract met het Pentagon in 2019 niet meer te vernieuwen. De eerste grote zege in wat hopelijk een lange rij zal worden.
Technologiewerknemers worden zich langzaam maar zeker bewust van de macht die ze kunnen uitoefenen. De techies from the Valley beseffen dat hun technologie niet altijd voor vreedzame doeleinden wordt gebruikt, en kijken niet de andere kant op wanneer ze een nieuwe digitale onrechtvaardigheid zien ontstaan. Het ontzag voor de grote technologiebonzen heeft plaats geruimd voor een kritischere blik. Power to the people.