VK verbiedt de installatie van nieuwe Huawei 5G-apparatuur vanaf september
In juli kwam al de aankondiging dat bedrijven in het Verenigd Koninkrijk vanaf januari 2021 al geen nieuwe apparatuur van de Chinese producent mochten aankopen, omwille van bezorgdheden omtrent de nationale veiligheid.
In 2027 geen Huawei meer
Die maatregelen kaderen binnen het plan van de overheid in het VK om tegen 2027 alle technologie van Huawei uit te faseren. Oliver Dowden, staatssecretaris voor digitalisatie in het Verenigd Koninkrijk, zegt in een begeleidend document bij de maatregel dat ze gedurfde stappen ondernemen om één van de zwaarste beveiligingsregimes op vlak van telecom te implementeren. Een centraal onderdeel daarvan is volgens hem het bestrijden van risicovolle leveranciers.
De nieuwe wetgeving rond cybersecurity in het VK, de Telecommunications Security Bill, stelt dat telecombedrijven een boete kunnen verwachten tot wel 10% van hun omzet of 100.000 pond per dag als ze zicht niet houden aan deze nieuwe regelgeving.
Volgens The Financial Times hebben verschillende bedrijven in de aanloop naar het aankoopverbod in januari nog massaal apparatuur van Huawei ingeslagen. Zij zullen dit op de lange termijn dus niet meer kunnen gebruiken voor 5G-installaties. Enkel onderhoud van de al geïnstalleerde apparatuur zal nog toegelaten worden.
Win voor Nokia en Ericsson
Voor de verdere uitbouw van een 5G-netwerk zijn de telecomoperatoren in het Verenigd Koninkrijk nu dus voornamelijk aangewezen op Nokia en Ericsson. Zij zouden al enkele contracten hebben opgenomen om apparatuur van Huawei te vervangen. Daarnaast zal de overheid 250 miljoen pond investeren in de industrie om ook kleinere spelers te ondersteunen.
Naast het Verenigd Koninkrijk plaatsten ook al andere landen een verbod op 5G-apparatuur van Huawei, zoals Zweden. Die beslissingen komen er onder lichte druk van de overheid van de Verenigde Staten, die geloven dat Huawei nauwe banden heeft met de Chinese overheid en dus een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. Huawei-oprichter Ren Zhengfei ontkent dit.
