Intel geeft ontwerp voor microservers weg
Intel heeft in september het idee van microservers weer afgestoft. Nu wil het bedrijf een standaard maken van dat ontwerp, zodat anderen het ook kunnen gebruiken.
De chipbakker zal eind dit jaar de specificaties van de microservers doorsturen naar het Server System Infrastructure (SSI) Forum. Dat is een belangenorganisatie die zich inzet voor serverstandaarden. De raad van bestuur bij het SSI Forum zal dan oordelen of het ontwerp een standaard wordt. Vanaf dan mag iedereen gratis het ontwerp gebruiken.
Standaarden versus eigendom
In de IT-industrie heerst een constante spanning tussen het geheimhouden van eigen ontwerpen en standaarden die iedereen mag gebruiken. Het eerste kan mooie winsten opleveren, de tweede optie leidt tot een grote adoptie in de sector.
Intels eigenlijke focus, processors verkopen, is het beste gediend als microservers wijdverbreid zijn. Dus kan het bedrijf het ontwerp van de microservers maar beter weggeven en zo meer chips verschepen.
Wie koopt microservers?
Jason Waxman, Intels topman voor high-density computing, gelooft dat webhosters een microserver willen voor sites met relatief weinig verkeer.
“Weet je wat de server bij de meeste webproviders doet? Niks, hij staat daar gewoon”, vertelt Waxman tegen CNet. Het belangrijkste voor zo’n server is dan dat hij weinig verbruikt als hij geen werk om handen heeft. Als er dan toch een pagina opgevraagd wordt, moet hij wel snel reageren.
Verbruik
De kleine server heeft één quadcoreprocessor en vier sleuven voor geheugen. De processor is een 1.86 GHz quadcorechip die Lynnfield heet. Dat is een telg van de Nehalem-generatie. Zijn energieconsumptie is 45 watt tijdens pieken.
In 2010 gaat Intel een nieuwe processor lanceren die maar 30 watt verbruikt. Dat is de Clarkdale. De hele microserver zou, bij inactiviteit, maar 25 watt verbruiken.