V-ICT-or: Heeft de gemeente een CIO of een techneut?
Onze topambtenaren in Vlaamse steden, maar vooral in gemeenten, hebben het moeilijk met de samenstelling van de decretaal opgelegde managementteams. Is er bijvoorbeeld plaats voor een specialist in informatieverwerking en de automatisering? Vaak blijkt van niet.
Wat doet zo’n managementteam eigenlijk? Volgens de website van een vooraanstaande gemeente adviseert het over “belangrijke celoverschrijdende dossiers op het vlak van personeelsbeleid, financieel beheer en organisatieontwikkeling”.
Wat die ‘organisatieontwikkeling’ betreft, kunnen we ons afvragen of de lokale overheid vandaag genoeg doet voor haar klanten, de inwoners. Burgers zijn tegenwoordig namelijk rotverwend door zaken als internetbankieren. Het openen van een nieuwe zichtrekening is bijvoorbeeld geen plechtigheid meer, maar een snelle verrichting na het laatavondjournaal. Indien we enkele gelijkaardige traditionele rituelen bij de gemeentelijke dienstverlening zo wegwerken, zou geen enkele burger ons dit kwalijk nemen, integendeel.
Is informatisering van belang?
Denken de managementteams in de kleinere steden en gemeenten wel voldoende na over de weg naar informatisering? Is men doordrenkt van het belang van de overheidsinformatie binnen de vereiste automatiseringsstromen? Accepteert men de specialisten ter zake aan de beleidstafels?
Beleid voeren in een lokale overheid is geen makkelijke opdracht. De stedelijke of gemeentelijke problematiek is vrij complex – of het nu om de kleinste gemeente of de grootste stad gaat. De overheidslaag die het dichtst bij de burger staat heeft regelmatig te kampen met een wijzigend regelgevingkader. Daarbij kreeg het nog eens decretaal de opdracht om van een klassieke administratie door te groeien naar jonge moderne ‘bedrijven’ met businessprocesmanagement en interne controlesystemen.
ICT’ers praten te technisch
En plots verschijnt vanuit het niets de vraag naar masterplannen en visienota’s. Het merendeel van ICT’ers bij lokale overheden is in staat om een degelijk actieplan te maken. Qua technische kennis is er bij de doorsnee deskundige geen gebrek. In korte tijd bespreek je met de meesten van hen hoe een bestaande infrastructuur gevirtualiseerd kan worden en dat XML-transacties heel wat compatibiliteitsproblemen kunnen oplossen.
Net bij die groteske informatietechnologieverhalen wringt het schoentje. ICT’ers praten te technisch en dat schrikt de meeste managers flink af. Nochtans heeft een doorsneemanager weinig schrik om strikt juridische terminologie te handhaven die geen enkele burger begrijpt.
Een succesvolle uitwerking naar een informatiemaatschappij kan pas van start gaan als men dezelfde taal spreekt en geen schrik meer heeft van elkaar. De lokale ICT-managers moeten hun projecten leren vertalen naar de taal van de managers: in mensentaal uitleggen waarom men in hemelsnaam die soms dure middelen moet gaan inzetten.
Omgekeerd moeten de lokale besturen op hun beurt de ICT-manager durven opnemen in hun managementteams. Stop met schrik te hebben van elkaar en zoek de ervaringsdeskundige waar men hem vindt, binnen de organisatie zelf.