De kosten van een laserprinter
De afdrukkosten van een laserprinter berekenen is iets complexer dan bij een inkjetprinter. De tonercartridge, die genoeg toner bevat om een bepaald aantal pagina’s af te drukken, en de drum hebben een beperkte levensduur.
Bij sommige modellen zijn drum en tonercartridge gecombineerd in één onderdeel, zodat je bij elke nieuwe toner ook meteen een nieuwe drum plaatst. Bij andere toestellen zijn beide onderdelen dan weer afzonderlijk te vervangen.
Hoe je het ook draait of keert: afdrukken is niet goedkoop, zelfs niet met een laserprinter. Printers die op het eerste zicht goedkoop lijken, blijken dure tonercartridges te gebruiken, zodat je met elke nieuwe tonercartridge knabbelt aan die winst die je dacht te maken bij de aankoop. Wie veel afdrukt, is op lange termijn wellicht beter af met een duurder toestel, waarbij de oorspronkelijke aankoopprijs verdeeld kan worden over een groot aantal afgedrukte pagina’s.
Duurder kan goedkoper zijn
Nemen we bijvoorbeeld de Samsung ML-1915, met een berekende kostprijs per pagina van 3,16 eurocent bij het gebruik van toner met hoge capaciteit. Deze kostprijs houdt enkel rekening met de kosten van drum en toner. Als we op dit toestel 10.000 pagina’s zouden afdrukken, dan bedragen de kosten voor toner en drum in totaal 316 euro. Houden we ook rekening met de aanschafprijs van het toestel, dan hebben deze 10.000 pagina’s in totaal 336 euro gekost, ofwel 4,15 eurocent per afdruk.
Passen we dezelfde vergelijking toe op de in aanschaf dure OKI B410d, dan blijkt de prijs per afdruk voor een volume van 10.000 afdrukken slechts 4,07 eurocent te bedragen. Het omslagpunt waarop de OKI goedkoper is dan Samsung, blijkt op ongeveer 9.000 afdrukken te liggen. Elke afdruk die je vanaf dan nog zou maken, levert je winst op.
Duurdere printers zijn dan ook meestal geoptimaliseerd voor grotere printvolumes en maken efficiënter gebruik van hun onderdelen – zoals grotere tonercartridges – om de kosten van elke pagina te drukken.