Storage-architectuur van de toekomst
Er is geen glazen bol die de toekomst van storagetechnologie voorspelt. Toch kunnen we ons nu al een beeld vormen van hoe storage-architectuur eruit zal zien in het volgende decennium. De hoofdingrediënten zijn stukjes technologie uit de recente oplossingen van verschillende storageleveranciers.
In een notendop
De storage-architectuur voor de korte termijn:
- Is gebruiksvriendelijk en heeft een hoge op software gebaseerde beschikbaarheid (IBM XIV).
- Werkt volgens het scale-out-principe (EMX VMAX).
- Kan automatisch page-based tieren (Compellent).
- Verbetert de prestaties, gebaseerd op software die in de bovenste storagelaag is geïmplementeerd (Oracle Exadata).
- Werkt met unified storage (Oracle T7000).
- Maakt gebruik van generische cloudtechnologie. Hierdoor is de oplossing schaalbaar, onafhankelijk van de locatie en heeft ze lage kosten.
- Gebruikt storage-virtualisatie waarbij oplossingen van heterogene leveranciers gevirtualiseerd worden (HDS).
Klantenwensen worden standaard
Het niveau en de aanvaarding van de beste oplossingen dragen, op korte termijn, bij aan de integratie van diezelfde oplossingen in de kernproducten van alle storageleveranciers. Maar ook de verwachtingen van de klant spelen hierin een rol. Wanneer deze de voordelen van een bepaalde oplossing ervaart, dan verwacht hij deze terug te vinden in de productlijn van de storageleveranciers.
Heeft een klant IBM XIV gebruikt, dan zal deze dezelfde gebruiksvriendelijkheid verwachten van andere oplossingen. Heeft hij de toepassing van Compellent gebruikt, dan zal je als leverancier automatische page- (of segment-)tiering moeten implementeren. Klanten zullen ook de mogelijkheid verwachten om, naargelang de groei van het bedrijf, de storagebehoeftes aan te passen (scale out via bijvoorbeeld EMC VMAX). Dit zonder in te leveren op schaalbaarheid naar de meest veeleisende workloads toe.
Recente ontwikkelingen in de storage-technologie, zoals de multi-vendorbenadering, hebben de klantverwachtingen al veranderd. Een van de vereisten nu is de end-to-end-optimalisatie in de hosting van applicaties. Zelfs wanneer deze afkomstig zijn van verschillende leveranciers, en gehost worden op heterogene platformen (HDS heterogene storagevirtualisatie).
Dit perspectief kan het gebruik bespoedigen van application-aware unified computing-platformen van diverse leveranciers die prestaties, beschikbaarheid, schaalbaarheid en gebruiksvriendelijkheid verbeteren. Deze zullen dan eerste keus zijn bij de toepassing van SAP, Web 2.0, Exchange- en op virtuele server gebaseerde applicaties.
De vraag is of we door de integratie van alle functionaliteiten in de kernproducten van storageleveranciers geen uniform product gaan creëren. Waarmee zal een leverancier zich in de toekomst onderscheiden? Welke technologie zal het uiteindelijk halen in de komende tien jaar? Ongeacht hoe storage-architecturen in de toekomst zullen evolueren, de komende jaren beloven interessant te zijn.
