Wat is het geheim van een succesvolle interface?

Het is een vraag die wij vaak horen van klanten: hoe ziet een goede gebruikersinterface eruit? Dat hangt natuurlijk van een massa factoren af. In de eerste plaats voor welke gebruikers de software of het apparaat is bedoeld en wat de gebruikers ermee willen doen. De mens blijft immers de factor waar het allemaal om draait. Als ik daarnaast toch één algemeen advies mag geven: maak keuzes!
 

Hoe kiezen?
”Maak keuzes!” Dat klinkt prachtig in theorie, maar in de praktijk is het natuurlijk niet zo eenvoudig. Een interface moet immers vaak heel wat functionaliteit bevatten en de hamvraag is dan ook hoe je dat allemaal overzichtelijk kan houden.

Helaas denken bedrijven vaak vanuit hun eigen standpunt en niet vanuit het standpunt van de gebruiker. Daarom stranden heel wat interfaces vaak op een ontwerp waarin feature X (door werknemers veel gebruikt), feature Y (door de businessanalisten bedacht) en feature Z (door het management als belangrijk beschouwd) even prominent aanwezig zijn. ‘Featuritis’ heet dit: de ziekte waarbij de kwaliteit van software uitsluitend wordt gemeten in functie van hoeveel functionaliteit er wordt aangeboden.

Om een goede gebruikerservaring te krijgen, moet je als ontwerper je eigen inzichten koppelen aan die van je gebruikers. Het is daarbij verleidelijk om voor de makkelijke weg te gaan. Het is veel eenvoudiger (en ‘veiliger’) om geen keuzes te maken en aan alle features waarvan je weet dat de gebruikers ze ooit zouden kunnen nodig hebben, hetzelfde gewicht te geven. Dat levert je een interface op waarmee de gebruiker (in theorie) weliswaar alles kan doen, maar die tegelijkertijd inefficiënt, verwarrend, complex, kortom niet gebruiksvriendelijk is.

Maak dus keuzes. Wees selectief. Blijf kieskeurig. Grijp de koe bij de hoorns en durf slager te zijn. Hak en snij in het aanbod. Kap het overbodige weg. Loop het risico om het lekkerste stukje van het vlees eraf te snijden. Snijden moet je toch, want je gebruikers krijgen zo’n hele koe enkel opgegeten als je er eerst een lekkere biefstuk van maakt.