“Blockchain is de toekomst, ook als het faalt”

Elk jaar organiseert het Wereld Economisch Forum een conferentie om belangrijke trends te bespreken. Dit jaar verviel het daarbij in een vreemde spreidstand. In het rapport dat de conferentie volgde, sprak het WEF over de blockchain, de technologie achter de Bitcoin. Die zou op middellange termijn een belangrijk deel gaan uitmaken van hoe banken omgaan met geld en transacties, ook als Bitcoin zelf ten onder zou gaan of helemaal zou verdwijnen. Terwijl het WEF de technologie uitgebreid bespreekt, vertikt het toch om Bitcoin bij naam te noemen.

Dat is symptomatisch voor het idee dat de financiële sector heeft over de digitale cryptomunt: de technologie wordt door iedereen bejubeld, zonder dat de munt zelf wordt erkend als betaalmiddel. Die wordt immers steevast gelinkt aan het verplaatsen en witwassen van crimineel geld waar bloed of drugs aan kleeft.

Transparantie en veiligheid

Niettemin is de bankensector erg geïnteresseerd in de goedkopere transactiekosten en snellere transactietijden die de digitale munt met zich meebrengt. Langs publieke zijde zou dat ook betekenen dat dergelijke zaken veel transparanter worden. Het zou voor financiële instellingen moeilijker zijn om ingewikkelde constructies op te zetten die vervolgens instorten en een crisis veroorzaken.

Het WEF spreekt daarnaast van een veiligere methode om met geld om te gaan, maar laat zich daar enigszins verblinden door de term. Cryptocurrency kent namelijk zijn deel van de problemen wat betreft diefstal en andere duistere praktijken. Bovendien lijkt zo’n digitale munt erg te steunen op speculaties, waardoor een tegenslag al gauw een sterke daling in de waarde betekent. Het WEF erkent wel dat er nog veel werk aan de winkel is, voor de blockchaintechnologie kan geïntegreerd worden in bestaande systemen.