Huawei kondigt twee AI-chips aan
Huawei kondigt twee AI-chips aan. Daarmee luidt het Chinese technologiebedrijf een belangrijke shift in de technologische ambities van China in. De Aziatische tijger wil namelijk minder afhankelijk zijn van buitenlandse microprocessoren en meer uitgaan van de eigen kracht.
Chinese technologiebedrijven zijn bij de meest innovatieve en lucratieve van de hele wereld, maar ze hebben wel een nadeel; ze steunen sterk op Chips die afkomstig zijn van Amerikaanse bedrijven zoals Intel, Qualcomm en Nvidia.
Dat kan problematisch zijn, aangezien microprocessoren misschien wel het meest essentiële element zijn die innovatieve technologieën mogelijk maken. Wanneer je je bedenkt dat China momenteel verwikkeld is in een bittere handelsoorlog met de Verenigde Staten, weet je meteen dat de VS China in een wurggreep kan houden door torenhoge invoertarieven te heffen op microprocessoren.
Wie kan trouwens de Amerikaanse sancties vergeten die het Chinese smartphonebedrijf ZTE bijna de das omdeden? Dan wordt voor China een eigen firmware-industrie plots wel heel cruciaal.
China boekt de laatste tijd met rasse schreden vooruitgang op het gebied van kunstmatige intelligentie. De recente ontwikkelingen op vlak van AI komen er door gesofisticeerde algoritmen die ook meestal openlijk gedeeld worden, en grote hoeveelheden aan data, wat China in overvloed heeft. Daarnaast ontwikkelt China ook hoogstaande GPU’s die diepe neurale netwerken runnen.
De spanningen tussen de VS en China zorgen ervoor dat de Chinese ontwikkeling van AI-hardware in een stroomversnelling terecht komt. In juli kondigde de Chinese zoekgigant Baidu nog een eigen chip aan, en e-commercegigant Alibaba deed hetzelfde vorige maand.
Het valt te verwachten dat hoe hoger de spanningen tussen de VS en China oplaaien, des te meer China zijn technologische spierballen zal laten rollen.
