Nissan ziet af van investering in EV-fabrikant Fisker, einde nabij

Over zes weken moet er duidelijkheid zijn over de toekomst van de Amerikaanse EV-fabrikant Fisker. Of het EV-merk die termijn ook overleeft, wordt stilaan onzeker. Gesprekken tussen Fisker en een onbekende autofabrikant zijn op 22 maart stukgelopen, zo blijkt uit stukken die Fisker recent heeft gedeponeerd bij de Federal Trade Commission (FTC). Hoewel er geen naam wordt genoemd, zou het Japanse Nissan volgens diverse bronnen betrokken zijn geweest bij de gesprekken.

Het klappen van de investeringsgesprekken leidt er mogelijk ook toe dat een andere investeerder afziet van zijn investering in de fabrikant. Althans, dat is de verwachting. Fisker kondigde vorige week aan dat een bedrijf 150 miljoen dollar had beloofd, mits de onderhandelingen met de automaker goed zouden verlopen. Gezien de gesprekken nu zijn stukgelopen, staat de investering op losse schroeven. Het bedrijf meldt in zijn FTC-stukken dat het de investeerder heeft verzocht af te zien van deze contractvoorwaarde.

Als de investering wegvalt, is het de vraag hoelang Fisker zijn zoektocht nog kan voortzetten. Er was vorige week nog slechts 121 miljoen dollar in kas. Een deel van dat geld zal de komende tijd nog opgaan aan het loon van medewerkers en de afbetalingen van leveranciers. Bovendien is het geld dat Fisker in kas heeft een schijntje in vergelijking met diens schulden, die intussen opgelopen zijn tot meer dan 1 miljard dollar.

Strategische alternatieven

Het nieuws dat de gesprekken tussen Fisker en Nissan zijn geklapt, leidde maandag tot een beurscrash voor de aandelen van Fisker. In korte tijd verloren aandelen van het EV-merk 28% van hun waarde. Kort daarop werd de handel in het aandeel stopgezet.

Intussen onderzoekt het Amerikaanse merk potentiële “strategische alternatieven”, zo blijkt uit de FTC-documenten. Het gaat dan onder meer om “gerechtelijke of buitengerechtelijke herstructureringen, kapitaalmarkttransacties (afhankelijk van de marktomstandigheden), terugkopen, aflossingen, omwisselingen of andere herfinancieringen van bestaande schulden, de mogelijke uitgifte van aandelen, de mogelijke verkoop van activa en bedrijven en/of andere strategische transacties en/of andere maatregelen”, schrijft Fisker.