Blade Runner-rechtszaak tegen Tesla kan beperkter doorgaan
Toen Tesla vorig jaar de Cybercab voorstelde, baadde het evenement in een sfeertje dat deed denken aan het dystopische toekomstbeeld van Blade Runner 2049. Dat was ook duidelijk de bedoeling. Het bedrijf werkte er zelfs voor samen met Warner Bros., dat de distributie van de film verzorgde. Alcon Entertainment, het productiebedrijf achter Blade Runner 2049, kon er echter niet mee lachen en startte een rechtszaak.
Er werden verschillende beschuldigingen geuit. Zo zou Tesla volgens Alcon Entertainment een specifiek beeld van Blade Runner 2049 aan een AI-bot hebben gegeven om op basis daarvan promotiemateriaal voor de Cybercab te creëren. Tijdens de voorstelling van de Cybercab waren inderdaad beelden te zien die erg leken op onderstaand beeld uit Blade Runner 2049, waarin we Ryan Gosling als Officer K naast een futuristische auto in een woestenij zien staan. Daardoor zou het copyright van Alcon Entertainment geschonden zijn.
Ook zou Tesla inbreuken hebben gepleegd op handelsmerken van Alcon Entertainment, onder meer omdat topman Elon Musk de Blade Runner-film vermeld had tijdens het evenement. Daarmee zou de film commercieel misbruikt zijn om een valse associatie met Tesla neer te zetten.
Tesla krijgt deels gelijk
Langs de kant van Tesla werden de beschuldigingen over de ganse lijn uiteraard ontkend. De rechter gaf het bedrijf deels gelijk, met name wat het punt van inbreuken op handelsmerken betreft. Musk zou de Blade Runner-film namelijk maar één keer vermeld hebben en niet op een manier die de beweringen van Alcon Entertainment ondersteunt.
Elders dan weer kreeg Tesla voorlopig nog geen gelijk, met name wat het schenden van copyright betreft. Alcon Entertainment had namelijk net voor het evenement laten weten dat Tesla geen beelden van Blade Runner 2049 mocht gebruiken, nadat Tesla daar slechts enkele uren voor de start om was komen vragen. Het zou kunnen dat Tesla dan op het laatste moment nog snel AI-beelden liet genereren, gebaseerd op Blade Runner 2049. Dat zou een copyrightschending inhouden en hoewel er geen harde bewijzen voor zijn, acht de rechter het gezien de timing niet onmogelijk. Deze beschuldigingen mogen dan ook meegenomen worden in het vervolg van de zaak.
