Microsoft ontslaat twee werknemers die tijdens protest tegen Israël bedrijfsgebouw binnendrongen
Eergisteren drongen zeven manifestanten, die zich richten tegen het beleid van Israël, Building 34 van het Microsoft-hoofdkwartier binnen. Daar bezetten ze het kantoor van Brad Smith, president van Microsoft en vicevoorzitter van de raad van bestuur. Ze probeerden afluisterapparatuur te plaatsen en lieten andere werknemers niet binnen. De hele actie werd live uitgezonden. Ze weigerden weg te gaan en werden uiteindelijk door de politie meegenomen.
Protest tegen Israël
De protestactie ging uit van No Azure for Apartheid, een groep die zich specifiek richt tegen Microsoft en de contracten die het bedrijf heeft met de Israëlische regering voor het gebruik Azure-serverinfrastructuur. Eerder deze maand meldde The Guardian dat servers van Microsoft door het Israëlische leger gebruikt worden om Palestijnen op grote schaal af te luisteren. Microsoft zou zo bijdragen aan het schenden van mensenrechten.
Microsoft was al een onderzoek naar de kwestie gestart. Het bedrijf liet weten dat het het niet eens was met alle bevindingen van het verslag van The Guardian, maar gaf ook toe dat voor bepaalde elementen verdere opheldering wenselijk was. Smith, die na het einde van de bezetting een live persconferentie gaf, herhaalde nog eens dat Microsoft de zaak tot op de bodem wil uitzoeken om te verzekeren dat mensenrechten onder de contractuele bepalingen gerespecteerd worden.
Twee werknemers ontslagen
Tegelijk veroordeelde Smith de protestactie waarbij een gebouw van Microsoft binnengedrongen werd en zijn persoonlijke kantoor bezet werd. “Dat is niet oké”, klonk het. Riki Fameli en Anna Hattle, twee werknemers van Microsoft die bij de actie betrokken waren, werden dan ook ontslagen. De rest van de groep van zeven bestond uit drie ex-werknemers van Microsoft, een ex-werknemer van Google en nog een techwerker.
