E-bike veel populairder dan gewone fiets voor dagelijks transport

De nieuwe federale enquête, die van september 2024 tot september 2025 bij 13.613 volwassenen is gehouden, had als doel de dagelijkse verplaatsingen van personen in België te bestuderen. Daaruit blijkt niet alleen dat het gebruik van de auto de laatste 25 jaar stabiel is gebleven, maar ook dat de e-bike de gewone fiets volledig heeft ingehaald.
E-bike wint aan populariteit

Bekijk je de cijfers voor heel België, dan kiest bijna twee op drie (64% van het totaal aantal gefietste kilometers) voor de elektrische in de plaats van de gewone fiets (36%). Binnen dat elektrische aandeel kiest 8% voor de speedpedelec. Voor vlotte verbindingen tussen woon- en werkplaats is de maximumsnelheid van 45 km/u een handig extraatje. Die speedpedelec is dan ook het populairst bij de leeftijdscategorie van 30 tot 44 jaar en voor woonwerkverkeer. Jongeren onder de 30 jaar gebruiken nog het meest (51%) een fiets zonder ondersteuning. Daar speelt dan waarschijnlijk de kostprijs ook voor iets mee.
Vrouwen gebruiken vaker de elektrische fiets (73% van de kilometers) dan mannen (57%). De elektrische fiets halen we het vaakst van stal voor ritten naar het werk en om andere mensen op te halen of weg te brengen. Dat laatste gaat uiteraard voornamelijk over het wegbrengen van de kinderen naar school en hobby’s. Dat speelt dan weer in het voordeel van moderne vervoersmiddelen als de longtail of de elektrische bakfiets.
Zoals je in onderstaande tabel ziet, krijg je langere afstanden en rijtijden naargelang de graad van ondersteuning. Met andere woorden, met een e-bike kan je verder rijden dan met een gewone fiets en met een speedpedelec wordt dat nog groter.

Vlaming houdt van zijn fiets
Vlamingen grijpen trouwens veel sneller naar de fiets dan Brusselaars en Walen. Bij 16% van de verplaatsingslussen en 8% van de afgelegde kilometers opteren Vlamingen voor de fiets. Bij de twee andere groepen is dat respectievelijk voor amper 3 en 2% van de verplaatsingslussen die we afleggen vanaf onze woning. Dat kan enerzijds te maken hebben met de vlakkere wegen die we in de noordelijke landshelft hebben. Anderzijds zal de betere fietsinfrastructuur hier zeker ook zijn duit in het zakje doen. Dat toont dan weer aan dat investeren in infrastructuur altijd helpt. Alleen moeten we daarvoor vaak wachten op onze overheden.











